skip to Main Content

(Climate) Tipping Point

Christopher Baan over een groen feestje en de gedeelde verantwoordelijkheid voor een duurzame toekomst

Wat is dat toch? Iedereen praat erover, overal duikt het op, het broeit en bruist in de media, de politiek, de wetenschap en zelfs het bedrijfsleven gaat langzamerhand overstag. Ik heb het over de zogenaamde groene golf. Sommigen noemen het een hype, anderen een revolutie.

 

In zijn recente boek Hot, Flat & Crowded schetst de Amerikaanse columnist Thomas Friedman de karakteristiek van het huidige ‘groene’ bewustzijn: iedereen kan zijn eigen steentje bijdragen aan de duurzame toekomst door een hybride auto te rijden, een paar spaarlampen indraaien, zijn vliegkilometers te compenseren en de 10 Easy Steps to Save the Planet te volgen, en je geweten is weer schoon…  Friedman noemt dit geen groene revolutie, maar een ‘green party’: al feestend verbeteren wij de wereld en hoeven wij ons geen zorgen meer te maken.

Het lite green environmentalism dat in vele boodschappen weerklinkt, staat niet meer in verhouding met de grootte van de uitdagingen waar wij voor staan. We worden aangespoord om kleine aanpassingen in onze levensstijl te maken, juist in een tijd waarin de economische structuur van onze samenleving en de leefbaarheid van de planeet voor volgende generaties ter discussie staat. Als metafoor van de tijd waarin we leven wordt vaak de kikker in het warmer wordende water gebruikt: wanneer hij in langzaam warmer wordend water zit heeft hij niets door en zal hij, wanneer het water kookt, uiteindelijk sterven. Maar wanneer hij in kokend water springt zal hij schrikken en direct eruit springen. Wie zal als eerste uit het kokende water springen voor het te laat is?


Rapport na rapport van onderzoeksinstanties wordt gepubliceerd waarin de situatie serieuzer blijkt dan verwacht en waarin drastische beleidsmaatregelen worden aanbevolen. Het gerenommeerde  onderzoeksbureau
New Economics Foundation liet onlangs weten dat we minder dan 100 maanden over hebben om een runaway climate te voorkomen. Bij die voorspellingen spelen positieve feedback mechanismen zoals de ondergrondse methaanvoorraden in de noordelijke permafrost een cruciale rol.


Door de grootte van deze uitdagingen lijken wij tegenwoordig geneigd te zijn om apathisch, of soms zelfs sceptisch, te worden en niet meer de relatie te kunnen leggen tussen de impact van ons eigen handelen en bijvoorbeeld klimaatverandering. We zijn geneigd om klimaatverandering of olieschaarste als een ver-van-ons-bed show te zien.

 

De kredietcrisis en recessie lijken alle aandacht weg te zuigen voor de uitdagingen en de mogelijkheden die groene investeringen met zich meebrengen. Maar juist nu, meer dan ooit, is het moment om de duurzame overstap te maken, en daarbij zullen alle hens aan dek moeten: de tijd voor naming & blaming van bedrijfsleven en politiek is over. De tijd waarin de burger, de politiek of bedrijfsleven als een ‘probleem’ of juist als een ‘oplossing’ werd gezien is voorbij: allemaal hebben ze een rol te spelen als samenwerkingspartner in het transitieproces naar een duurzame samenleving.

 

De boodschap van Al Gore op de recente klimaattop in Poznan was urgenter dan ooit, en daarmee lijkt hij ook de nieuwe Amerikaanse president in zijn kielzog mee te nemen: duurzame investeringen in groene energie, ‘green collar jobs’ en in nieuwe technologie is niet alleen de grootste economische kans van de 21e eeuw, maar ook in het belang van ons allen, en een verplichting voor onszelf, en voor de leefbaarheid van de aarde voor volgende generaties. De laatste jaren wordt steeds duidelijker dat duurzame ontwikkeling niet langer exclusief het veld mag zijn van idealisten en milieubewusten, maar in het belang is van iedereen, en daarom ook een gedeelde verantwoordelijkheid van iedereen die op deze aarde leeft.


Ik kan niet laten om toch nog aanstaand president Obama te noemen in deze setting  met zijn onlangs aangekondigde Green New Deal en de aanstelling van Steven Chu als energieminister. De woorden die de geschiedenisboeken zullen ingaan als meest gebruikte slogan in 2008, ‘Yes We Can’, karakteriseren de optimistische houding van vele wereldleiders, ondernemers, wetenschappers en studenten die niet bij de pakken neerzitten maar met elkaar aan innovatieve oplossingen werken om de wereld van morgen in te richten en te besturen. Oftewel: geen zorgen voor morgen, maar zin in de toekomst!

  


Christopher Baan (22) is  voorzitter van ‘Morgen’, het studentennetwerk voor een duurzame toekomst, voorheen het LHUMP. Daarnaast studeert hij Internationale Ontwikkelingsstudies aan Wageningen Universiteit.

www.christopherbaan.org  

 

Back To Top