skip to Main Content

Interdisciplinaire minor Duurzame Ontwikkeling

Minor in Leiden van Institute of Environmental Sciences (CML)

Instelling:
Universiteit Leiden

Periode:
7 september 2009 t/m 1 februari 2010

Voor wie:
Open voor alle bachelorstudenten 

Beschrijving:
Vanaf september 2009 mogen alle studenten aan de Universiteit Leiden een minor (variërend per opleiding van 30 tot 15 studiepunten) volgen. Een bijzondere – en speciaal hiervoor ontwikkelde – minor is de minor Duurzame Ontwikkeling. In de minor werken studenten van verschillende disciplines aan de vragen die duurzaamheid aan de wetenschap en aan de samenleving stelt. Aan het einde van de cursus zijn studenten in staat om de uitdagingen van duurzame ontwikkeling te herkennen, oorzaken te zien en oplossingen aan te dragen.

De gehele minor bestaat uit vier vakken die echter ook als losse keuzevakken gevolgd kunnen worden. In het vak Inleiding Duurzame Ontwikkeling maken studenten kennis met het begrip Duurzame Ontwikkeling en worden de diverse aspecten van het vraagstuk geïntroduceerd. Tijdens Methoden voor Duurzame Ontwikkeling leren studenten op welke wijze samenlevingen kunnen toewerken naar duurzaamheid. Een grote casus uit Duurzame Ontwikkeling – dit jaar Duurzame Energie voor het Verkeer – wordt behandeld in het vak Thema: Analyse en Oplossingen. Ook tijdens Sustainability Development: Theory and Practice gaan studenten veel zelf aan de slag en zullen ze werken aan thema’s die dicht bij het onderzoek van het Leidse Institute of Environmental Sciences (CML) liggen.

Website:
www.tinyurl.com/do-minor

Contactgegevens:

|e| minor@cml.leidenuniv.nl
|t| 071-527 5656

Quote:
Tjerk Wardenaar (coördinator minor Duurzame Ontwikkeling): “Duurzame ontwikkeling is een belangrijk onderdeel van de samenleving geworden. Veel studenten zullen in hun latere carrière dan ook in contact komen met het onderwerp. De minor Duurzame Ontwikkeling is in dit opzicht een ideale minor. Het verrijkt immers niet alleen hun academische kennis, het leert hun ook na te denken over de rol van hun eigen discipline in de aanpak van dit maatschappelijke vraagstuk.”

Back To Top