skip to Main Content

Waterbeleid in Moldavië

Symbeyond bij conferentie “From policy to practice” in Chisinau

Mensen hebben recht op schoon water en watervoorzieningen. Deze zijn noodzakelijk voor een menswaardig bestaan. Dit is vertaald in één van de Millennium Doelen over duurzaamheid van het milieu: doel 7. Het streven is om “in 2015 het deel van de bevolking te halveren dat geen duurzame toegang heeft tot veilig drinkwater of essentiële sanitaire voorzieningen” (target 10). Iedereen zal het er over eens zijn dat dit een goed doel is, maar het realiseren ervan is makkelijker gezegd dan gedaan.

Namens Symbeyond zijn wij door de netwerkorganisatie Women for Water Partnership uitgenodigd om in Moldavië te participeren in een werkconferentie over het waterprobleem aldaar. De Moldavische overheid heeft een eerste stap gezet om duurzaam waterbeleid te realiseren door in december 2005 het Protocol on Water and Health te ratificeren. Hiermee bindt de Moldavische overheid zich aan het beleid dat door de VN en de EU wordt uitgezet en kan hierdoor ook meedingen naar geld dat voor duurzame ontwikkeling beschikbaar wordt gesteld.

Moldavië, een land met 3 miljoen inwoners, heeft een zeer turbulente geschiedenis, waarvan laatst nog de opstanden in de hoofdstad Chisinau het Nederlandse nieuws haalden. Als voormalig Sovjet-land en armste land van Europa, staat Moldavië voor een grote opgave om het waterprobleem aan te pakken.

Tijdens de Sovjet-periode zijn grote hoeveelheden landbouwchemicaliën verspreid opgeslagen in de grond. Deze chemicaliën (met name fluor) vervuilen het grondwater en de rivieren sterk en zijn slecht voor de gezondheid en het milieu. De huidige sanitaire voorzieningen zijn niet aangesloten op een riolering, waardoor het grondwater en oppervlaktewater ook vervuild zijn met nitraten. Dit water haalt de plattelandsbevolking vervolgens op uit de waterputten. Ook het water uit de waterleidingen is vervuild, leidingen zijn verouderd en waterzuiveringsinstallaties functioneren niet voldoende.

Veel grassroots-organisaties in het land zijn actief om het waterprobleem aan te pakken. Een grote taak: de plattelandsbevolking is zich namelijk niet bewust van het feit dat ze al jaren vervuild water nuttigen en de overheid geeft prioriteit aan andere zaken. Daarnaast kampt de overheid met het feit dat rivieren grensoverschrijdend zijn, waardoor duurzaam waterbeheer vaak een internationale politieke aangelegenheid is. Moldavië heeft twee grote rivieren waarvan één grenst aan Roemenië en de ander aan het onafhankelijke ministaatje Trans-Nistrië, wat enkel door Rusland als zodanig wordt erkend. Gezien de politieke gevoeligheden in de regio is een integraal waterbeheer momenteel problematisch en is er geen sprake van een vraaggestuurde of bottom-up benadering.

Donorgeld voor duurzame ontwikkeling in Moldavië loopt vaak via de nationale overheid. Als ngo’s willen meedingen naar dit geld, moeten zij dus als een partner worden gezien. Van een goede samenwerking tussen de overheid en maatschappelijke organisaties is echter nog geen sprake. Ook de verschillende autoriteiten binnen de overheid werken onvoldoende samen. Er is te weinig vertrouwen tussen de verschillende partijen om de noodzakelijke samenwerking te bewerkstelligen om uiteindelijk tot duurzame oplossingen te komen.

Tijdens de conferentie kwamen wij tot de conclusie dat protocollen en conventies een belangrijke aanzet zijn om landen te “dwingen” tot actie over te gaan. Er is echter één grote beperking: er zijn weinig juridische middelen om overheden te laten gehoorzamen aan dit soort internationale afspraken. Ondanks het feit dat de Moldavische overheid weinig slagvaardig is, kan zij wél door middel van het ondertekenen van internationale conventies en protocollen de schijn wekken dat het waterprobleem wordt aangepakt. Sinds de ratificering van het Water Protocol in 2005 is de toegang tot veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen echter weinig verbeterd.

Bij de door ons bezochte conferentie was het voor het eerst dat overheid en ngo’s samen aan tafel zaten. Dit is een goede eerste aanzet om een meer bottom-up aanpak te hanteren en zodoende tot duurzaam waterbeheer te komen.

Didi van Dijk en Julia Quaedvlieg, Symbeyond Research Group

Back To Top