skip to Main Content

Carrière in ontwikkelingssamenwerking IV

Rachel werkt bij ArchiAfrica en Genuine Fake

rachel stella jenkinsRachel Stella Jenkins (25) is PR & Visual Communication coördinator bij de Stichting ArchiAfrika en oprichter van het creatieve platform Genuine Fake. ArchiAfrika heeft als doelstelling om Afrikaanse architectuur op de wereldkaart te zetten.

Twee banen, jij hebt het vast enorm druk.
Eigenlijk wel ja. Bij ArchiAfrika is altijd teveel te doen in te weinig tijd en Genuine Fake gaat natuurlijk dag en nacht door. Maar het is allemaal heel interessant, dus zeker de moeite waard hoor!

Waar komt je interesse voor internationale samenwerking vandaan?
Het samengaan van verschillende culturen is onderdeel van mijn identiteit. Ik ben half Mozambikaans, half Iers. Ik ben geboren in Mozambique en op mijn dertiende met mijn ouders naar Schotland verhuisd. Letterlijk gezien zit internationale samenwerking dus in mijn bloed. Dat heeft zeker voordelen. Een bekende designer heeft ooit gezegd dat als je opgroeit met twee talen, je weet dat er nog meer zijn. Terwijl je, als je opgroeit met één taal, altijd vanuit dat enige perspectief denkt. Mensen zijn dan eerder geneigd om naar verschillen te kijken in plaats van naar overeenkomsten. Ik vind juist die overeenkomsten interessant.

Wilde je hier ook in je studie iets mee te doen?
Mijn vader is architect, dat was in eerste instantie de reden waarom ik ook die kant op ging en aan de Design Academy in Dundee ging studeren. In het begin had ik de nogal naïeve ambitie om gewoon ‘coole’ dingen te maken. Maar op een dag ging de knop om. We kregen de documentaire ‘The century of the self’ te zien. In deze documentaire werd de creatie van de consumptie maatschappij getoond. Hoe mensen gemanipuleerd worden om dingen te willen. Dat drukte me met de neus op de feiten; hoe nutteloos design kan zijn. Drie dagen lang kon ik nergens meer naar kijken, alles voelde nep. Zo erg is het al lang niet meer, maar vanaf dat moment ben ik me helemaal gaan richten op de sociale en culturele factor van design. Want daar zitten de echte mogelijkheden, design kan namelijk weldegelijk een verschil maken! Ik ben me veel meer bezig gaan houden met het concept, in plaats van een kant-en-klaar product. Mijn afstudeerproject bestond uiteindelijk ook uit een installatie, gecombineerd met foto en video.

En dan ben je opeens klaar met je opleiding. Hoe ga je verder als conceptuele designer?
Toen ik klaar was, had ik het gevoel dat ik ergens aan was begonnen, maar het nog niet had afgemaakt. Ik wist alleen nog niet precies wat ik verder wilde. Daarom ben ik naar Mozambique gegaan, om na te denken. Eigenlijk zou ik vijf weken wegblijven, maar uiteindelijk werd het een heel jaar! Via mijn oude school in Mozambique kwam ik bij een weeshuis terecht waar ik aan de slag kon. Leuk, maar dodelijk vermoeiend. Al snel leerde ik echter een heleboel mensen kennen en had ik een aantal keren laten vallen dat ik in mijn afstudeerproject ook video had gebruikt. Op een gegeven moment zocht een bekende van mij iemand die voor een NGO een filmpje kon maken en vroegen ze mij of ik dit wilde doen. Natuurlijk! Daardoor kreeg ik een heleboel nieuwe contacten in de filmwereld.

Zo kwam ik in contact met een jonge Mozambicaanse regisseur. Samen besloten we een documentaire te gaan maken en het plan in te dienen bij een programma voor jonge Afrikaanse filmmakers. We werden geselecteerd en kregen na een intensieve training de mogelijkheid om ons project verder uit te werken, onderzoek te doen en uiteindelijk onze documentaire te maken die ‘Salon Britney Spears’ zou gaan heten.

Het thema van deze documentaire was de consumptiemaatschappij. Ik ging namelijk naar Mozambique met het idee om even aan de Westerse consumptie manie te ontsnappen. Maar daar aangekomen bleek de waarde die aan materiele zaken gehecht wordt nog vele malen erger! De film gebruikt de cultuur rondom haardracht als metafoor voor de hele consumptiemaatschappij. In Maputo zie je kapsalons met als naam ‘Salon Barbie’ of ‘Salon Wu Tang Clan’, alleen maar omdat het ‘Amerika’ uitstraalt. Globalisatie ten top!

Ondertussen had ik echter besloten dat ik toch echt verder wilde in design en had ik me aangemeld voor een Master aan de Design Academy in Eindhoven. Voordat we met filmen konden beginnen, hoorde ik dat ik aangenomen was en ging ik naar Nederland.

Heb je daar je conceptgerichte aanpak door kunnen zetten?
Uiteindelijk wel. Ik begon met de richting ‘Product Design’. Naar aanleiding van mijn ervaringen in Mozambique was ik meer dan ooit bezig met de ontwikkeling van concepten en het vastleggen van visies, maar mijn docenten vroegen me telkens: “Waar is je object?”. Dat werkte dus niet. De richting ‘Man & Humanity’ liet me wel mijn gang gaan, al heb ik hard moeten vechten.

Toch kunnen mijn concepten zeker tot concrete producten leiden. Neem bijvoorbeeld de BH. In het Westen wordt deze gebruikt als ondersteuning van de borst, logisch. Maar neem ‘m mee naar Mozambique en daar dient ‘ie ook als portemonnaie en als telefoonhouder. Waarom zou dit niet ook in het Westen zo kunnen werken? Waarom nemen we die uitwisseling van twee kanten niet mee in ons denken over producten en ontwikkelen we zo verder. Juist daar waar culturen samen komen, ontstaan interessante dingen! Mijn voorstel was om op zoek te gaan naar deze verrassende effecten van de mix van culturen. Maar dat werd niet begrepen.

Waar ben je dan mee bezig geweest?
Uiteindelijk heb ik het voor elkaar gekregen om voor mijn studie terug naar Mozambique te gaan om een workshop op te zetten voor Mozambikaanse jongeren. Om mèt hen te laten zien wie zij zijn en waar ze leven. Jongeren worden veel te vaak overgeslagen, omdat zij niet de stemmers zijn, of niet de mensen met geld. Het was fantastisch. Ze kwamen met zoveel originele ideeën en visies. Ik heb hen gevraagd om in beelden te vertalen wie zij zijn en waar zij wonen. Van de foto’s die zij maakten, hebben we een presentatie gemaakt. Maar toen ik terug kwam in Nederland zeiden mijn docenten: “We zien alleen maar Nike en Nokia. Waar zijn de drums?!” Met andere woorden, waar is het Afrika zoals wij denken dat het bestaat?

Het hele project heb ik uiteindelijk uitgewerkt tot een voorstel voor een tijdschrift met als thema het vieren van het idee ‘hoe meer, hoe beter’. Het scheelde niet veel of ik had het niet gered. Pas toen trendwatcher Li Edelkoort er aan te pas kwam en zij mij wel begreep, gingen mijn docenten overstag en kon ik afstuderen!

Hoe ben je toen bij ArchiAfrika terecht gekomen?
Na mijn studie in Eindhoven, wilde ik graag in Nederland blijven. Ik verhuisde naar Amsterdam. Daar vond ik heel toevallig een flyer van de conferentie ‘African Perspectives’, georganiseerd door de stichting ArchiAfrika. Ik dacht meteen: “Ja! Dit bedoel ik!” Er werd gesproken over de Afrikaanse stad en hoe deze eruit zou moeten zien. Niet omdat een paar Westerse architecten vinden dat hij er zo uit zou moeten zien, maar omdat de mensen die er wonen hem zo willen gebruiken. Juist de uitwisseling van verschillende perspectieven is zo belangrijk. Tijdens de conferentie raakte ik in gesprek met de twee directeuren van de stichting. We hielden contact en toen er een vacature ontstond hebben ze mij gevraagd of ik niet geïnteresseerd zou zijn in een baan. Zo simpel kan het zijn.

Wat doe je precies bij ArchiAfrika?
Mijn baan bij ArchiAfrika is heel divers. Ik doe van alles, maar hou me vooral bezig met de visuele communicatie. Het ontwerpen van flyers, coördineren van de nieuwsbrief, webredactie. Hier komt mijn design achtergrond natuurlijk goed van pas.

Naast mijn werk voor ArchiAfrika heb ik samen met een oud studiegenoot Genuine Fake opgericht. Een platform, waar iedereen die zich bezig wil houden met het snijvlak tussen cultuur en maatschappij projectvoorstellen kan doen. Nu zijn het nog voornamelijk onze eigen ideeën. Het afmaken van ‘Salon Britney Spears’ bijvoorbeeld.
Genuine Fake komt met creatieve en inventieve concepten voor projecten, producten, evenementen. Wij bieden het andere perspectief. ArchiAfrika doet eigenlijk hetzelfde. Daarom beschouw ik mijn werk voor de stichting ook als een verlengde van waar ik nog meer mee bezig ben.

In hoeverre vind je dat je bezig bent met ontwikkelingssamenwerking?
Kennis is een heel groot onderdeel van ontwikkeling. Niet alleen kennis in feiten, maar ook inzicht. ArchiAfrika bundelt deze kennis en biedt het aan aan zowel Afrika als aan de rest van de wereld. Neem bijvoorbeeld de huidige economische crisis. Dit is het moment waarop veel Westerse landen zich realiseren dat ze duurzamer moeten gaan werken. Als het op duurzaamheid aankomt, kunnen zij nog heel veel leren van Afrika waar – zij het uit noodzaak – veel duurzamer geleefd wordt. Het gaat dus om ontwikkeling aan beide kanten.

Wat ga je in de toekomst doen?
Ik wil zo breed mogelijk bezig blijven, ik hou van diversiteit. Daarom wil ik ook niet alleen in Europa of alleen in Mozambique werken. Mijn ideaal zou zijn om op twee plekken te blijven werken. Zo hou je beide gezichtspunten in gedachten en verstar je niet teveel in een van de twee. Mijn droom is om ooit een cultureel centrum in Mozambique te openen. Waar video, dans, design, alles bij elkaar komt.


Links:

-> www.archiafrika.org
-> genuinefakedesign.com

 

Dit artikel is integraal overgenomen van de vacaturesite van Move Your World.

Back To Top