skip to Main Content

Bruto Nationaal Geluk

GroenLinks wil het Bruto Nationaal Geluk introduceren als maatstaf voor het functioneren van de overheid, want het BNP voldoet niet, daar is bijna iedereen het over eens. Maar is het ook een slimme politieke zet?

Afgelopen zondag was Femke Halsema te gast bij Buitenhof. Buitenhof heeft tot de verkiezingen iedere week een andere lijsttrekker te gast, die zich daar laat ‘uitdagen’ door een kritische denker. De uitdager van Halsema was Arnold Heertje, emeritus hoogleraar economie en bekend om zijn maatschappelijke betrokkenheid. Op het eerste gezicht geen uitdagende combinatie, en erg spannend werd het dan ook niet: ze waren het overwegend met elkaar eens, er was slechts wat onenigheid over definities.

Bruto Nationaal Geluk
Het eerste punt waar Heertje en Halsema het over hadden was de enigszins opzienbarende introductie van ‘Bruto Nationaal Geluk’ in het partijprogramma (op pagina 5, zie hier). GroenLinks wil af van het BNP als indicator van succesvol beleid, omdat een hoog BNP niet per sé wil zeggen dat het goed gaat met het land. Een voorbeeld dat Halsema gaf is de olieramp in de golf van Mexico, die zorgt voor ontzettend veel economische activiteit: het leger wordt zelfs ingezet om de gevolgen in te perken. Volgens het BNP is deze ramp dus uiteindelijk een positieve ontwikkeling voor de V.S., iets waar men terecht vraagtekens bij mag plaatsen. Economen zijn zich dan ook al heel erg lang bewust van het feit dat BNP tekort schiet als maatstaf, en zo langzamerhand dringt dat besef zich ook in bestuurslagen door.

De inspiratie voor dit punt in het partijprogramma komt volgens Halsema uit Frankrijk: Sarkozy heeft twee jaar geleden een commissie onder leiding van zwaargewichten Joseph Stiglitz en Amartya Sen de opdracht gegeven te onderzoeken hoe het functioneren van de overheid beter gemeten kan worden. De commissie was, zoals te verwachten, kritisch over het gebruik van BNP en stelde een combinatie van indicatoren als inkomstenverdeling, uitputting van natuurlijke hulpbronnen en geluk voor.

Geluk en economische groei
Daar is die term weer, ‘geluk’. Het lijkt een lastige indicator: wat is de definitie van geluk en hoe meet je het? Er is echter een groeiende tak van economie die zich bezighoudt met het onderzoek naar geluk, en er zijn al aardig wat opvallende resultaten. Een van die resultaten is dat mensen niet gelukkiger worden van economische groei op zich. Carol Graham schrijft in ‘Happiness around the world’ dat in Nigeria en Japan een even grote fractie van de bevolking aangeven gelukkig te zijn, terwijl het BNP per capita van Japan vijfentwintig maal zo hoog is. Uit eerder onderzoek van Graham blijkt zelfs dat Nederland een van de gelukkigste landen ter wereld is, veel gelukkiger dan bijvoorbeeld de veel rijkere V.S..

Geluk in Amerika wordt mooi geïllustreerd door Derek Bok in zijn recente boek “The politics of happiness”. Ondanks dat de economie in de V.S. de afgelopen 60 jaar met ruim een factor 6 gegroeid is (inflatie meegerekend), huizen anderhalf keer zo groot zijn geworden en er 120 miljoen auto’s bijgekomen zijn, is het percentage Amerikanen dat zich ‘gelukkig’ tot ‘zeer gelukkig’ noemt niet veranderd. Hij stelt dan ook dat beleid gericht op economische groei geen invloed heeft op het geluk van de bevolking. Factoren die overduidelijk wel van invloed zijn: werkeloosheid, gezondheidszorg en onderwijs. Het effect van baanverlies op geluk is zelfs groter dan dat van een echtscheiding, en ook na het vinden van een nieuwe baan blijft baanverlies negatieve gevolgen hebben op geluk.

Politieke zelfmoord
Reden genoeg dus om op zoek te gaan naar niet puur economische indicatoren, en daarover waren Heertje en Halsema het dan ook eens. Helaas, de notie dat economische groei de hoogste prioriteit moet krijgen zit er bij veel mensen ingeslepen, ondanks een overweldigende hoeveelheid observaties die suggereren dat mensen er niet gelukkiger van worden. Bok schrijft: “Mensen weten vaak helemaal niet waar ze op de lange termijn gelukkiger van worden.” Het is daarom waarschijnlijker dat GroenLinks politieke zelfmoord pleegt met een extreem lullige term als ‘Bruto Nationaal Geluk’ dan dat ze er zetels mee winnen, ook al hebben ze volkomen gelijk.

Vind het boek van Carol Graham hier en dat van Derek Bok hier. Een hoop informatie komt uit de New Yorker.

Sander Mann

Back To Top