Landbouw in de stad
Landbouw in de stad lijkt op het eerste gezicht niet de meest voor de hand liggende combinatie. Toch biedt stadslandbouw veel voordelen voor mens & aarde en vormt een veelal beter alternatief dan de conventionele (niet-duurzame) kweek van gewassen. Laat je meeslepen in de groene stad van morgen
Stadslandbouw houdt in; het cultiveren, verwerken en distribueren van voedsel (planten en dieren) in of om de stad. In eerste instantie zou je misschien denken, is de stad nou wel een geschikte plaats om voedsel te verbouwen? Het tegendeel blijkt waar, in Nederland zijn kleinschalige initiatieven in het leven geroepen; Agromere, Eetbaar Rotterdam en Proeftuin Amsterdam, bijvoorbeeld.
Zonder dat je er erg in hebt bevat een avondmaaltijd soms meer kilometers dan één keer de wereld rond (een gemiddeld conventioneel geproduceerd voedselwaar legt maarliefst 1500 kilometer af). Onze voedselindustrie, gebaseerd op relatief goedkope olie, maakt dit mogelijk, maar brengt een hoge energie inefficiëntie met zich mee. De huidige voedselindustrie leidt tot verscheidende milieugerelateerde problemen; waterschaarste, overbemesting, gewasziektes door het cultiveren van monoculturen, vervuiling van water en grond door pesticiden en de teloorgang van kostbare nutriënten door niet gesloten kringlopen. Daarnaast omdat het voedsel bestand moet zijn tegen vervoer over lange afstanden, worden er chemische bestanddelen aan toegevoegd, ten koste van de gezondheid van de consument. Sommige producenten verwijderen natuurlijke bestanddelen en vervangen ze door goedkopere alternatieven, ook niet bevorderlijk voor de volksgezondheid.
Veel Chinese en enkele Afrikaanse steden bedrijven vaak landbouw nabij de stad. De Cubaanse hoofdstad Havana is een schitterend voorbeeld waarin een noodzaak tot overleven uiteindelijk uitgroeit tot een nieuwe manier van leven. De stad ervaarde in de jaren ’70 een blokkade op haar voedselimport en uit pure noodzaak herrezen er groentetuintjes in de gehele stad. Elk stukje leegstaand grond of balkonnetje, werd benut voor het verbouwen van groente. Hoewel de dringende urgentie al lang niet meer aanwezig is om voedsel in de stad te cultiveren is er vandaag de dag nog steeds een groeiend aantal tuinen. Het vormt een manier van leven waarbij de consument veel dichter bij de bron van het voedsel staat en dat wordt blijkbaar erg gewaardeerd.
Het lijkt vrijwel onmogelijk, zonder drastische maatregelen de stad te voorzien van voedsel.
Voor een stad als Barcelona is er bijna 27 keer zoveel oppervlakte nodig om in de voedselbehoefte te voorzien van haar inwoners. Een vrijwel onmogelijke opgave.
Stadslandbouw kan dus invulling geven aan bepaalde niches, voornamelijk voor recreatie en educatie. Daarnaast kan het verbouwen van kleinschalige voedselproductie, biofarmaceuticales, kruiden of specerijen, wellicht in de toekomst gekoppeld worden aan biovergisters om biogas te leveren of gesloten nutriënten cycli te verkrijgen.
Er is veel winst te behalen: een groene omgeving verhoogt de leefbaarheid en verlaagt crimineel gedrag in de stad. Het heeft een zuiverende werking voor de lucht en aarde en gaat de opwarming van de stad tegen. Daarnaast is het een oplossing om afvalverwerking te optimaliseren, door het creëren van gesloten cycli. Het gebruik van giftige pesticiden is niet meer nodig en het behoud van biodiversiteit wordt gestimuleerd. Als laatste kan het de productiviteit van het land verhogen en stimuleert het lokale economieën wat kan resulteren in veel nieuwe banen. Dus, in essentie moeten we landbouw bedrijven zoals de natuur dat doet!
Meer lezen: Urban Agriculture, self sufficient food production in the city?, Maarten Feberwee