skip to Main Content

Het broeikaseffect in ons tofuhapje?

Over duurzaamheid van de Braziliaanse sojaplantages  

Het is tegenwoordig lastig boodschappen doen voor duurzame studenten in de Nederlandse supermarkten. Met het oog op de massale ontbossing in de Braziliaanse Amazone, zouden we toch eigenlijk wat moeten minderen met het sojagebruik. Maar dat is lastig: vlees, de vegetarische hapjes en vele andere producten zoals koekjes en chocolade bevatten allemaal soja. In 60 procent van alle supermarktproducten in Nederland zou soja verwerkt zijn.

Het gebruik van soja, met name in Nederland heeft een desastreuze milieu-impact. Brazilië is één van de grootste sojaproducerende landen ter wereld. Per jaar wordt er 700 000 hectare van het Braziliaanse bos gekapt voor de aanleg van sojaplantages. Dit gaat natuurlijk ten koste van de natuurlijke vegetatie, waarbij vrijwel alle biodiversiteit van zoogdieren, reptielen, vogels en planten verloren gaan ten behoeve van sojaplantages. Naast deze lange termijn effecten is het ook evident  dat de productie van soja sociaal-economische impacts heeft, zoals de sociaal-culturele ontwrichting en de groei van sloppenwijken in dorpen en steden als gevolg van gedwongen migratie. Vanwege de arbeidsextensieve productie worden lokale arbeiders maar weinig ingezet. Bovendien gaat de opbrengst vaak ook nog naar de vier grote handelsbedrijven die de wereldwijde sojahandel domineren: Archer Daniel Midlands (ADM), Bunge, Cargill (Verenigde Staten) en Dreyfuss (Frankrijk). Na China, wordt de meeste soja geëxporteerd naar Nederland, waarvan tachtig procent wordt verwerkt in veevoer, met name voor kippen en varkens.

Naast het kappen van de Amazone, wordt ook nog eens een groot deel van de sojaproductie genetisch gemodificeerd met alle gevolgen van dien. De bestrijdingsmiddelen die vaak met vliegtuigjes over de velden worden verspreid vervuilen hiermee ook de akkers van boeren en hebben een schadelijk effect op de gezondheid van de bevolking.

Maar wat kunnen wij, als individuele consumenten, hier aan doen? Wordt het vlees eten of een vegetarisch hapje? Gezegd moet worden dat gemiddeld zes kilo veevoer nodig is om één kilo vlees te produceren: oftewel er gaat veel meer in een koe, varken of kip dan dat er eigenlijk mee wordt geproduceerd. En dat terwijl de gemiddelde vleesconsumptie in Nederland één van de hoogste is ter wereld. Hieruit concluderend, kunnen we dus zeggen dat minder vlees eten in elk geval al helpt. Hoewel een vleesvervanger zoals een sojaburger veel minder soja nodig heeft dan een stukje rundvlees, is dit op de lange termijn geen oplossing: voor het milieu niet en voor de sociaal-economische ontwrichting van Braziliaanse boeren ook niet.

Toch helpt minder vlees eten zeker en voor een kleine en toch klimaatvriendelijke stap vooruit zou je kunnen kiezen voor duurzame soja op de markt. Voor de richtlijnen van duurzame soja wordt vaak verwezen naar de ‘Basel criteria’, waarbij er niet alleen wordt gekeken naar de milieu-impacts zoals de luchtvervuiling, maar ook naar mogelijkheden voor recycling, het tegengaan van kinderarbeid en het streven naar betere arbeidsomstandigheden. Zoek in de supermarkt voortaan naar Campina, De Hoeve, Kwetters, Keurslagers met het Milieukeurmerk en Alpro Soja: zij nemen duurzame soja af. Bewust consumeren stimuleert producenten verantwoord te produceren!  

Back To Top