skip to Main Content

Het Repaircafé: Verspilling om repareerbare spullen weg te gooien

De laatste tijd is het Repaircafé overal in Nederland te vinden. Maar wat gebeurt er eigenlijk en waarom? Linda Rooijmans sprak met de initiatiefneemster, Martine Postma.

Op een koude woensdagmiddag heb ik afgesproken met Martine Postma, de initiatiefneemster van het Repaircafé.  We ontmoeten elkaar in het Repaircafé in Amsterdam-Oost, waar het elke week georganiseerd wordt. Het lokaal bevindt zich op loopafstand van het station Amsterdam Amstel. Ik word hartelijk ontvangen met een hete mok thee om weer warm te worden.

Het concept ‘’Repaircafé’’

Martine legt me uit wat het idee achter het Repaircafé is. Het bestaat uit lokale repareerbijeenkomsten, waar de buurtbewoners samenkomen om hun kapotte spullen zelf en onder leiding van een vrijwilliger te repareren. Er is materiaal aanwezig en het is drempelverlagend, omdat je er hulp bij krijgt. Het is ook een leuke en sociale aangelegenheid. De vrijwilligers zijn vaak dezelfden, maar er komen steeds nieuwe aanmeldingen binnen via de website, mond-tot-mondreclame, de vrijwilligerscentrale en door briefjes die zijn opgehangen.

Het is een Amsterdams initiatief, maar het verspreidt zich razendsnel over het hele land. De lokale initiatieven kunnen ondersteuning aanvragen bij de Stichting Repaircafé. Ze krijgen dan een informatiepakket  toegestuurd en ze mogen gebruik maken van de naam Repaircafé. De ondersteuning bestaat uit een bus met materiaal en reparateurs, die het concept demonstreert op de betreffende locatie.

Het begin van het idee

Martine Postma vertelt hoe ze het idee kreeg om dit initiatief op te zetten. Als journaliste met als specialisatie duurzaamheid en milieu maakte ze een boekje voor Amsterdam-Oost met tips om duurzaam te leven. Dit boekje heet de ‘’Niet zomaar weg wijzer’’. Martine vond deze tips erg waardevol en wilde er meer mee doen, omdat ze merkte dat veel mensen het vaak zonde vinden om kapotte en oude spullen weg te gooien, maar weten vaak niet hoe ze te repareren en ze een tweede leven te geven. Bij het Repaircafé komen de bezoekers vaak aanzetten met huishoudelijke/elektrische apparaten. Het professioneel laten repareren van deze apparaten is vaak veel duurder dan een nieuwe te kopen. Dit is een verspilling van grondstoffen en energie. Om dit te veranderen zou de belasting op grondstoffen hoger en de belasting op arbeid lager moeten worden.

De geboorte en het succes van het Repaircafé

Ze besloot om haar boekje een vervolg te geven en organiseerde in oktober 2009 een repareerbijeenkomst in Amsterdam-West. In 2010 volgden nog tien van zulke bijeenkomsten. Martine merkte dat er meer belangstelling voor ontstond en wilde het  op een professionele wijze aanpakken. Ze richtte de stichting Repaircafé op en vroeg subsidie aan bij het Agentschap NL, toen nog het Ministerie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) en Stichting Doen. Sinds januari 2011 loopt dit project. De duur hiervan is drie jaar. Martine hoopt dat er na die drie jaar vijftig locaties actief zijn onder de naam Repaircafé. Na slechts een jaar heeft Repaircafé zich al in twintig plaatsen gevestigd en er komen er telkens meer bij. Er is wekelijks een bijeenkomst in Amsterdam-Oost en er worden op andere plaatsen op wisselende momenten Repaircafés georganiseerd. Er is ook al belangstelling uit het buitenland, namelijk Duitsland en België. Martine is daar erg blij mee en wil na deze drie jaar bekijken hoe het Repaircafé ‘geëxporteerd’ kan worden.

Voor Martine is de stichting een fulltime baan. Twee medewerkers ondersteunen haar twee dagen per week. Vooral het bezoeken van de lokale afdelingen kost veel tijd. Het Repaircafé kan rekenen op veel belangstelling. Dat blijkt wel uit de cameraploeg die aanwezig was toen ik aankwam bij het lokaal.

Na het interview nemen we afscheid en waag ik me weer in de kou van een winterse middag.

Back To Top