‘Biologische landbouw is geen tweede religie’
Chocolade, groente, fruit en zuivel. Steeds meer producten zijn tegenwoordig biologisch te krijgen. Grote etiketten laten zien dat het gaat om een groen, goed of duurzaam product. Wat maakt een product eigenlijk biologisch? En bij wie liggen de belangen als het gaat om biologische landbouw?
Lesboer Bernard Gildemacher heeft een jarenlange ervaring in de landbouw, zowel in biologische landbouw als conventionele landbouw, binnenlandse producten en tropische producten. Toch begon zijn carrière heel anders: “Ik begon als begeleider in de drugsverslavingszorg. Maar omdat ik aan de Universiteit van Wageningen heb gestudeerd kwam ik al snel terug in de tuinbouw. Daarna heb ik jaren in het buitenland gewerkt in de landbouw en nu ben ik docent.”
Biologische landbouw
Het antwoord op de vraag wat biologische landbouw eigenlijk is ligt voor sommigen misschien voor de hand, maar toch zal niet iedereen dit weten. Gildemacher vertelt: “Bij biologische landbouw wordt er geen gebruik gemaakt van chemische stoffen. Als het gaat om biologisch vlees, dan spreken we van dieren die bijvoorbeeld niet te maken krijgen met medicijnen. Soms smaakt biologisch voedsel beter en is het gezonder, wortels zijn bijvoorbeeld biologisch een stuk lekkerder.”
“2,6 procent van de landbouw in Nederland is biologisch; bij de overige 97,4 procent wordt gebruik gemaakt van chemicaliën. Dit is natuurlijk niet altijd zo geweest. In de negentiende eeuw werden er voor het eerst chemicaliën gebruikt. De enorme omvang waarin deze nu worden ingezet, kennen we pas van na de tweede wereldoorlog.” Ondanks dat het gebruik van chemicaliën voor veel mensen als iets negatiefs klinkt, is dit volgens Gildemacher echter lang niet altijd waar.
“Na de tweede wereldoorlog was het gebruik van chemicaliën in Nederland nodig om de armoede tegen te gaan. Dankzij kunstmest kon de grond weer vruchtbaar worden voor landbouw. Dat zie je op dit moment terug in sommige ontwikkelingslanden. Sommige stukken grond zijn absoluut niet bruikbaar om groenten en fruit op te telen, dus kan er beter gebruik worden gemaakt van kunstmest.”
Tweede religie
“Mijn passie voor biologische landbouw komt voort uit een holistische manier van denken. Bij deze manier van produceren wordt er rekening gehouden en gekeken naar de totale omgeving. Biologisch is ook een statement over globalisering. Op dit moment worden er enorm gecompliceerde keten creëert en deze zijn totaal ondoorzichtig. Maar ondanks dat biologische producten tijdens de crisis steeds populairder worden, moet biologische landbouw geen tweede religie worden. Zoals ik zei is kunstmest soms nodig om de grond weer te kunnen gebruiken.”
“Iets wat ook enorm belangrijk is, is de CO2-uitstoot die erbij komt kijken. Mijn voorkeur gaat uit naar regionale ketens: ik koop mijn appels en mandarijnen zo veel mogelijk van een boer dichtbij. Op deze manier wordt er geen CO2-uitstoot verspild voor het verplaatsen van producten afkomstig van de andere kant van de wereld. Neem bijvoorbeeld garnalen, deze worden in Marokko gepeld en vervolgens in Nederland verpakt. Kortere ketens maakt bovendien certificering minder belangrijk, omdat het grotendeels werkt op basis van vertrouwen. Als je een groentepakket bestelt, dan weet je waar de producten vandaan komen. Paardenvlees gaat tegenwoordig drie keer de wereld over voordat het ons bereikt en dan heet het opeens rundvlees.”
Eigen moestuin?
Volgens Gildemacher zorgt de crisis ervoor dat mensen dieper nadenken over hoe de wereld in elkaar zit en hoe ze hun steentje kunnen bijdragen. Volgens hem zijn er tegenwoordig minder snelle jongens met dollartekens in de ogen. Dit ziet hij ook terug in de aanmeldingen voor de landbouwstudies in Wageningen: deze zijn enorm gegroeid.
Gildemacher werkt zelf twee dagen in de week in zijn eigen biologische groentetuin, waar hij zijn passie uitoefent op zijn tomaten, peultjes en nog veel meer. Door het koude voorjaar verwacht hij dit jaar geen mooie tomatenoogst. Op de vraag hoe studenten hun moestuintje het beste kunnen beginnen, antwoordt hij: “Zorg voor een gezonde bodem, maar het belangrijkste: zorg voor goede stront.”
Bron landbouwfoto: Lamiot