Het onzichtbare prijskaartje van goedkope kleding
Een aantal keer per jaar is het weer overal fashion week: Londen, Parijs, Milaan, New York. Als de nieuwste collecties vervolgens in de winkels hangen kunnen wij als consumenten ons geluk niet op: shop till you drop. En vooral zoveel mogelijk, want kleding is tegenwoordig zo goedkoop dat het normaal is om meer te kopen dan je eigenlijk nodig hebt. We vergeten hierbij dat al deze kleding niet uit het niets komt – het productieproces blijft voor ons als consument uit het zicht. ‘Out of sight out of mind?’
Laten we eens kijken naar wat er in het productieproces van een kledingstuk allemaal mis kan gaan. Een artikel van Lakshmi Challa genaamd: Impact Of Textiles and Clothing Industry on Environment: Approach towards Eco- Friendly Textiles op fibre2fashion.com bracht mij vele nieuwe inzichten. Alle onderstaande informatie komt uit dit artikel.
Welke stof?
Ten eerste moeten we kijken naar de soort stof die is gebruikt. Is het synthetisch of niet? Beide varianten kunnen problematisch zijn. Synthetische stoffen zoals nylon en polyester zijn gemaakt van chemicaliën die niet biologisch afbreekbaar zijn. Bovendien is het verwerken ervan erg energie-intensief. Bij de productie van nylon komt een zeer sterk broeikasgas vrij, distikstofmonoxide (ook wel lachgas), en het produceren van polyester vraagt weer enorme hoeveelheden water.
Een andere stof die veel gebruikt wordt in kleding is rayon (kunstzijde). Dit wordt gemaakt van houtpulp. Om aan deze pulp te komen moeten bomen gekapt worden; kleding van deze stof draagt dus bij de aan de wereldwijde ontbossing die op veel te snelle en grote schaal plaats vindt. Vervolgens moet deze houtpulp worden bewerkt met weer een ander soort gevaarlijke chemicaliën.
Natuurlijke stoffen zoals katoen en wol kunnen weer andere nadelen hebben. Katoen is een van de meest besproeide gewassen die er zijn. De hoeveelheden gebruikte pesticiden, giftig voor mens en dier, zijn enorm. Daarnaast is ook de hoeveelheid water om de katoen te laten groeien niet bepaald niks. Het verwerkingsproces van katoen voor één shirt verbruikt zo’n 257 liter water. Ten slotte is de verwerking van wol energie-intensief en niet altijd diervriendelijk.
Ruimtegebruik
Voor deze laatste natuurlijke stoffen geldt dat er ruimte nodig is om ze te verbouwen en dat houdt in dat andere dingen hiervoor plaats moeten maken. Denk hierbij aan gewassen van (zelfvoorzienende) boeren, bossen en andere ecosystemen. Naast de ruimte is er kunstmest nodig om de gewassen snel en het hele jaar door te laten groeien. Dit put de bodem uit en zorgt voor gevaarlijke stoffen in het grondwater. Zo blijven problemen in elkaar overlopen, aangezien natuurlijke systemen met elkaar in verbinding staan.
Verven
De volgende stap in het textielverwerkingsproces is het verven van de stoffen. Verreweg het meeste water wordt gebruikt (verspild) in deze fase van het proces. Ook vindt hier de meeste vervuiling plaats. Kleding wordt gebleekt met allerlei chemicaliën en vervolgens geverfd. Dit gebeurt met veel geconcentreerde kleurstoffen en water. Al het afvalwater wordt vaak, bij gebrek aan een beter alternatief, in rivieren bij de fabrieken gedumpt.
Fabrieken
Uiteindelijk moet de geverfde stof daadwerkelijk tot hippe outfits gemaakt worden. Dit gebeurt in sommige gevallen in fabrieken waar honderden tot duizenden werkers, meestal vrouwen, dagenlang werken in erbarmelijke condities. We hebben allemaal een cliché beeld dat in ons hoofd wordt opgeroepen nu, maar dat is helaas een beeld van de realiteit. Als er een raam te vinden is in de werkplaats, mogen de vrouwen blij zijn. Hier is ook veel kinderarbeid en komt seksuele exploitatie van arbeiders voor.
Verandering
Al met al is het duidelijk dat de fashionindustrie vaak bepaald nog niet duurzaam is. Dit is het onzichtbare prijskaartje dat aan je nieuwe shirtje hangt. De kosten zijn niet voor jou, niet voor de winkelketen, niet voor de producenten, maar voor de aarde. Het feit dat de verschillende stappen van het productieproces over heel de wereld verspreid zijn maakt het ook een lastig probleem om aan te pakken. Kledingbedrijven weten zelf soms nauwelijks hoe het er aan toe gaat in hun eigen fabrieken, of ze hebben geen idee waar hun stoffen vandaan komen en hoe vervuilend het gehele proces is. Langzaamaan is er echter een verandering in mentaliteit te ontdekken. Er zijn steeds meer duurzame alternatieven te ontdekken. Denk aan kleding met eco-labels, bamboo kleding, fair wear foundation en de opkomende trend van het tweedehands shoppen. Binnenkort zal ik schrijven over een weer nieuw fenomeen: de fashion library. Dus hou de site in de gaten! En ondertussen kunnen we dat leuke jurkje dat in de kast ligt te verstoffen misschien nog een tweede kans geven.