Euforie en saamhorigheid bij het Monsanto Tribunaal
Afgelopen week vond in Den Haag het Internationale Monsanto Tribunaal en de People’s Assembly plaats. Ik was op zondag bij de rechtszaak aanwezig, en luisterde naar de verklaringen van slachtoffers, experts en advocaten. Iedereen deed zijn verhaal ter verwezenlijking van hetzelfde gemeenschappelijke doel: bewijs tegen Monsanto verzamelen in de strijd tegen milieu- en gezondheidsschade en ecocide.
Je moet wat over hebben voor justice, zullen we maar zeggen. Zo zat ik op de gure ochtend van zondag 16 oktober om tien over zeven in de trein naar Den Haag. Na een reis van twee uur en versterking in de vorm van cafeïne kwamen we aan bij het Institute for Social Studies in Den Haag.
Hier was in de overdekte binnenplaats een soort rechtbank opgezet. Het tribunaal vond dus niet plaats in een ‘echte’ rechtbank, wat het een wat informelere, make-shift sfeer gaf. Vooraan zaten vijf rechters aan een tafel, en dit waren zeker niet de minsten: zo heeft de voorzitter bij het Europees Hof voor de Mensenrechten gewerkt, en één van haar collega’s bij het Internationaal Strafhof. Voor het publiek werd alles vertaald in zes talen, wat te volgen was door koptelefoontjes. Het publiek was zeer divers, en ik was blij verrast om te zien hoe vol de zaal zat. Er waren mensen afkomstig uit alle windstreken en van alle leeftijden, waaronder ‘typische’ milieuactivisten, studenten, juristen, of gewoon nieuwsgierige mensen.
Heel opvallend was hoe het tribunaal zowel een formeel als een informeel karakter had, en daarmee een gekke mengelmoes van een rechtbank en een civil society initiatief was. De meeste procedures verliepen zoals het er in een echte rechtbank ook aan toe gaat: de getuigenissen, vragen van de rechters, het publiek dat opstaat als de rechters binnenkomen, pers en grote camera’s, en alles in het Engels en Frans zoals het een internationaal tribunaal betaamt.
Maar aan de andere kant waren sommige dingen ook weer compleet anders, bijvoorbeeld dat er na elke getuigenis enthousiast geklapt werd door het publiek. Dat sentiment illustreerde nog iets anders eigenaardigs: het was namelijk een rechtszaak waarin iedereen aan dezelfde kant stond. Normaliter horen rechters natuurlijk partijen van beide kanten, maar aangezien Monsanto zelf niet aanwezig was, pleitte iedereen voor dezelfde zaak.
Hoewel het een lange dag was, waren de meeste getuigenissen zeer interessant maar ook ontroerend om te horen. Ik heb veel geleerd over hoe enorm vergaand de consequenties van Monsanto’s beleid reiken. Zo was daar de boer uit Frankrijk, die slachtoffer is geworden van de giftige pesticide Lasso. Ook de landbouwkundige uit Paraguay maakte indruk. Hij legde uit dat de manier waarop Monsanto landbouw bedrijft eeuwenoude agrarische tradities uit zijn land om zeep helpt, iets waar ik niet aan had gedacht.
Het meest indrukwekkend was toch de Franse researcher die onderzoek heeft gedaan naar de relatie tussen de notoire pesticide Round-up en kanker, maar na de publicatie van zijn publicatie is gediscrediteerd en zijn baan is verloren. Hij omschreef hoe Monsanto’s ‘wetenschappelijke’ rapporten nooit peer-reviewed zijn, en dat alle namen van onderzoekers worden weggehaald.
Na vier uur luisteren was het tijd voor de lunch. Het was erg leuk om te zien hoe ook dit in het thema paste: de lunch werd geheel in stijl vegan geserveerd, er was Earth Water en vrijwel niks was van plastic. Terwijl wij buiten in de zon van ons linzenprutje smikkelden, stonden op de trap voor het gebouw een aantal milieuactivisten. Ze hielden borden met leuzen vast, een meisje had haar mond dicht getapet, en ze kregen uiteraard volop aandacht van de aanwezige pers. Hoewel die mensen natuurlijk het volste recht hebben om daar te staan, vroeg ik me wel af hoe handig dat is. Dit tribunaal probeert daadwerkelijk wat te bewerkstelligen en een verschil te maken, maar als dit soort beelden het mediabeeld bepalen stoot dat sceptische mensen misschien ook weer eerder af.
Na de pauze begon voor mij als student internationaal recht het interessantste deel: de pleitsessies van de advocaten. Een Franse advocaat focuste op het recht van informatie. Dit is geen erkend en dus bindend mensenrecht, maar wel een zogenaamd ‘gewoonterecht’ – een constructie die veelvuldig voorkomt in het internationaal recht. De vraag is dus hoe zo’n gewoonterecht toch juridisch bindend kan worden gemaakt. Een advocaat uit Togo hield daarna een pleidooi dat het Internationaal Strafhof ecocide als vijfde misdaad tegen de wereldvrede moet erkennen, omdat Monsanto het welzijn van de wereldbevolking bedreigt. Dit is onderdeel van een internationale beweging die steeds sterker wordt, en de realisatie hiervan zou een enorme stap zijn.
Aan het eind bedankte de voorzitter – een Franstalige Belgische die telkens dapper in het Engels begon maar snel weer terug switchte naar Frans – alle aanwezigen uitvoerig, en waarschuwde dat het wel een paar maanden kan gaan duren voor het juridisch advies er ligt. Ook dat is onderdeel van het internationaal recht: alles duurt lang. Maar daarna spoelde een soort euforische uitbarsting van dankbaarheid over de zaal, en er werd luid geklapt en gejoeld voor de organisatoren. Dit was voor mij dan ook het mooiste moment van de dag: het collectieve gevoel dat dit weekend echt iets was neergezet in de strijd tegen Monsanto en tegen onrecht op zowel sociaal als klimaat gebied.
Even vergeten waar het Monsanto Tribunaal ook alweer om draait? Lees hier mijn vorige artikel waarin ik uitleg wat het idee precies is.
Kijk op de site van het tribunaal voor meer informatie en live streams van het weekend.