skip to Main Content

Klimaatverandering deel 1: heet de oplossing geo-engineering?

Klimaatverandering Deel 1: Heet De Oplossing Geo-engineering?

Stel je voor: een grote mega-installatie met ontelbare knoppen, hendels, radars en schermen waarop de wereld de zien is. Het ene scherm projecteert luchtstromingen, het andere temperatuur en op een derde is de concentratie koolstofdioxide te zien. Tezamen geven ze een beeld van het klimaat. Tot nu toe is er niets nieuws onder de zon. Maar wat nou als ik je vertel dat je door aan die knoppen te draaien en met die hendels te spelen, het klimaat kunt manipuleren? Hier een beetje extra wolk, daar een beetje minder CO2. Net zoals een soort virtueel computerspel. Welkom in de wereld van geo-engineering.

Geo-engineering is een antwoord op de klimaatverandering. Terwijl grote delen van de bevolking juist meer bezig zijn met energie besparen, buigen allerlei wetenschappers zich over de beloften van geo-engineering.

Het klinkt ingewikkeld, maar de gedachte achter geo-engineering is simpel: de schade die door techniek de Aarde en het klimaat is aangedaan, kan en moet ook door techniek ongedaan worden gemaakt. Dit kan op verschillende manieren, waarbij de spil telkens gevormd wordt door een grootschalige, technische interventie in de bestaande natuurlijke klimaatsystemen. Grofweg wordt er gesproken over twee vormen van geo-engineering: enerzijds biedt Solar Radiation Management (SRM) mogelijk soelaas, anderzijds kan onze heil wellicht gezocht worden in Carbon Dioxide Removal (CDR). Over CDR praat ik de volgende keer; nu gaan we ons richten op SRM.

Solar Radiation Management werkt door een fractie van de zonne-energie terug de ruimte in te reflecteren. De temperatuur van de aarde wordt immers grotendeels bepaald door de inkomende zonnestraling. Dit zou bijvoorbeeld ‘simpelweg’ kunnen door het plaatsen van grote spiegels tussen ons en de zon. Dat is tot nu toe nog veel te duur. Maar reflectie gebeurt ook via kleur: licht gekleurde delen zoals de Arctische zones weerkaatsen tot wel 90% van het zonlicht terug, terwijl bossen en oceanen, donker als ze zijn, veel meer energie absorberen (denk maar aan je zwarte zadel na een dag in de zomerse zon). De Aarde letterlijk lichter maken dus, hoe doe je dat?

srm-robert-stanhope-harvard-university

De hoeveelheid binnenkomende energie van de zon kan verminderd worden door natuurlijke, reflecterende processen te bevorderen. Twee belangrijke manieren zijn door gebruik te maken van meer witte wolken en door reflecterende partikeltjes de stratosfeer in te pompen. Het effect van CO2 als broeikasgas wordt dan niet tegen gegaan / Bron: Robert Stanhope, Harvard University

Door bijvoorbeeld gebruik te maken van wolken. Wolken kunnen immers grote oppervlakten beslaan en ze zijn wit. Sterker nog, hoe kleiner de druppeltjes water in de wolk, hoe groter het reflectievermogen. De waterdruppeltjes in een wolk ontstaan vrijwel nooit uit het niets; ze hebben een substraat, een kern, nodig om op neer te slaan. Deze kern mag dan wel minuscuul zijn, het is essentieel in wolkvorming. We weten dat het zout uit zeewater vrij makkelijk kan dienen als kern. Onbemande, drijvende wolkenmachines op zee kunnen zeewater de lucht in sprayen, waardoor het zeezout vrij komt in minuscule partikeltjes. Door het water dat hierop neerslaat, verfijnt de wolk. Het idee erachter is dat bestaande wolken lichter worden en langer blijven bestaan: perfect om zonlucht terug te kaatsen.

Er is meer: in 1991 barstte de vulkaan Mount Pinatubo op de Filipijnen uit. Deze uitbarsting was zo enorm krachtig dat zijn as en gas tot in de stratosfeer (10-50 km hoog) doordrongen. In de stratosfeer is alles anders en kunnen ook niet zo makkelijk wolken ontstaan. Zo’n 15 miljoen ton sulfaatdioxide verspreidde zich de twee daaropvolgende jaren rond de Aarde, het inkomende zonlicht absorberend en verstrooiend, met als resultaat dat de temperatuur wereldwijd met een graad daalde. Als we dat eens na konden bootsen.

[perfectpullquote align=”right” cite=”” link=”” color=”” class=”” size=””]Er zijn geen mogelijkheden om dit eens goed te testen, want er bestaat geen laboratorium-klimaat.[/perfectpullquote]

Veelbelovend? Volgens sommigen wel, alhoewel vrijwel iedereen erkent dat er nog een aantal barrières en bezwaren zijn, zowel technisch als ethisch. Een veelgehoord probleem is de wetenschap dat we eigenlijk niet weten wat we doen. De effecten van de kunstmatige vulkaan op de ozonlaag en zure regen lijken bijvoorbeeld helemaal niet rooskleurig. Er zijn geen mogelijkheden om dit eens goed te testen, want er bestaat geen laboratorium-klimaat. Het klimaat is een ongelofelijk complex systeem en we moeten ons afvragen of we hier wel zo bewust en doelgericht aan willen sleutelen.

Dit soort ingrepen verschuilen zich op dit moment (nog) in duistere wereld van het taboe. Er zitten nog te veel haken en ogen aan. Zo is SRM eigenlijk niets meer dan symptoombestrijding aangezien het probleem van de broeikasgassen niet aan de bron niet aangepakt wordt. De andere tak van geo-engineering – CDR – doet dit wel. We zien dan ook dat CDR zich langzaam aan het taboe aan het onttrekken is. Volgende keer komen verschillende CDR-technieken aan het licht.

De grote mega-installatie met al zijn knoppen en schermen is nog lang geen realiteit – en zo simpel zal het ook nooit worden. Maar het is wel iets waar serieus over nagedacht wordt en waar de maatschappij serieus een antwoord op moet vinden. Is dit wat we willen, zou jij die installatie willen besturen?

Dit artikel is onderdeel van het drieluik: Klimaatverandering: wat als wij het klimaat bewust veranderen?
Deel 1: Klimaatverandering – Is geo-engineering de oplossing? (over Solar Radiation Management)
Deel 2: Klimaatverandering – geo-engineering aan de bron (over Carbon Dioxide Reduction)
Deel 3: Klimaatverandering – wat als wij klimaat veranderen? (over de ethische bezwaren en complicaties)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back To Top