Leven zonder wc-papier en je eigen afval verbranden: duurzaamheid in Auroville, India
Auroville is een bijzondere plek. Elke dag fascineer ik me wel over iets, is het niet een cultureel gebruik, dan is het wel een insect. Ik word omgeven door een wonderlijke natuur, een diversiteit aan planten, dieren en mensen. Het is hier twaalf uur per dag licht, koeien lopen over de weg en fietsen is hier goed te doen. Ik gebruik geen wc-papier maar eet nog wel met bestek. Hoewel duurzaamheid niet van bovenaf opgelegd wordt, lijkt de omgeving wel duurzaam gedrag te stimuleren. In deze blog ga ik dieper in op wat wij van hen kunnen leren en zij van ons.
Door Nine de Jonge
Ontspullen
Thuis wou ik graag ontspullen, en hoewel ik niet zo materialistisch ben, had ik er moeite mee. Ik merkte dat ik veel dingen toch wel handig vond en tevens was het lastig om een nieuwe bestemming te vinden voor wat ik niet meer hoefde. Het inpakken van mijn tas was echter zo gedaan. Met enkel kleding, een tandenborstel en een laptop kan ik me maanden vermaken. Op vakantie realiseer ik me altijd met hoe weinig spullen ik kan leven. Afhankelijk van de locatie neem ik nog wat praktische tools mee. Voor mijn reis naar India waren dit onder andere mijn menstruatiecup, katoenen zakdoek, een bamboebeker, USB-oplaadbare fietslampjes die ook als zaklamp fungeren, wasnoten en mijn WakaWaka zonnepaneel (waarmee ik mijn telefoon en lampjes oplaad). Het enige wat ik in India nog hoef te kopen is voedsel.
Al snel ondervond ik het nut van mijn spullen. Tijdens mijn onduurzame vlucht bespaarde ik velen plastic bekertjes door mijn bamboebeker. In India kwamen op de eerste dag de USB-lampjes meteen van pas, aangezien ze hier geen lantaarnpalen hebben en op de fietsen geen licht zit. In de winkels heb ik alleen nog maar gewoon wasmiddel gezien en ook geen menstruatiecups: en ook daar heb ik al gebruik van gemaakt. Spullen kunnen erg prettig zijn wanneer je ze helpen duurzamer te leven.
Verbazing
De eerste paar dagen was ik verbaasd en teleurgesteld over de niet-duurzame producten in de winkels. Ook in restaurants vond ik minder veganistische opties dan gehoopt en ik was ik al fietsende in de minderheid. Hoewel ik hoopte te leren over een duurzame leefstijl, krijg ik het gevoel dat ik duurzamer leef en consumeer dan het gros hier. Ik verblijf in een ecotown, wat ik me had voorgesteld als een duurzaam walhalla. De duurzame keuzes zijn erg individueel en worden niet zozeer gestimuleerd. Het heeft hier dan ook meer weg van een stad, het is uitgestrekt en mensen leiden hun eigen leven.
Duurzame producten zijn wel verkrijgbaar maar je moet ernaar zoeken. Zo kwam ik erachter dat hier duurzame producten worden geproduceerd, waaronder wasbaar maandverband, biologische groenten en fruit, broodbeleg, milieuvriendelijke zeep, kleding, verf en spirulina. Dit laatste zijn zoutwateralgen met een hoog gehalte aan vitamine B12, en dus erg populair onder de veganisten. Mensen die hier wonen hebben gekozen voor een relatie met de natuur, maar hoe ze dit invullen verschilt.
Het leven met de natuur
Ik ben hier constant buiten. Zelfs als je binnen bent ben je buiten, omdat de meeste gebouwen geen ruiten hebben, maar gaas of gewoon niks. Je hoort hierdoor alle dieren (vogels, honden, apen, pauwen) goed en voelt af en toe een briesje. Deze natuurlijke omgeving zorgt ongetwijfeld voor een verbonden met de natuur. Elke dag ontdek ik wel weer een wonderlijk insect zoals rode duizendpoten en geel-zwarte kevers. In mijn kamer zitten twee kleine gekko’s en loopt er continu een spoor van mieren over het aanrecht. De manier hier om geen mieren bij je eten te hebben is om de poten van de kast in bakjes water te zetten. Geniaal toch! Sommige mensen hebben zelfs hun huis omringd met een strookje water om insecten buiten te houden.
Afval
Thuis zag ik hoeveel afval ik produceerde, met name het plastic puilde uit. Maar dan bracht ik het naar de vuilnisbak en het was weg. Hier wordt het ingezameld en gesorteerd op bruikbaarheid, ze scheiden al het afval met de hand. Je moet het schoon inleveren, omdat het anders alsnog in de landfill komt. Composteren doen mensen in hun tuin en ook het restafval verbranden ze zelf. Ik schrok hiervan, omdat het nogal vervuilend is als iedereen individueel diens afval verbrand en al die vieze stoffen in de lucht komen. Regelmatig komt de geur van verbrand plastic voorbij. Later realiseerde ik mij dat in Nederland veel restafval ook gewoon verbrand wordt (weliswaar met filter en energieterugwinning). Door het zelf te doen, word je je wel beter bewust van wat je verbruikt en daardoor gestimuleerd om je restafval te verminderen. Een vrouw vertelde mij dat ze alleen nog producten koopt van materialen die gerecycled kunnen worden, dus katoen in plaats van polyester en plastic in plaats van bijvoorbeeld aluminium chipszakken.
Groenten is hier gelukkig allemaal onverpakt en je krijgt nergens plastic tasjes. Tevens gebruiken ze geen wc-papier, dit is iets waar ik nog steeds aan moet wennen. Ik relateer toiletpapier aan hygiëne en tevens staat er nergens een uitleg hoe het dan wel moet. Er staat een sproeier naast het toilet, het is de bedoeling dat je deze gebruikt en je rechterhand inschakelt als wc-papier. Dit is best wel een drempel voor mij. Ik vraag me ook af hoe duurzaam het is om zoveel water te gebruiken in dit droge gebied. Daarna zal je je handen met zeep moeten wassen, wat ook niet echt milieuvriendelijk is in de meeste gevallen. Als eerste stap heb ik nu een blok zeep gehaald zonder schadelijke stoffen. Nu ik dit typ valt opeens de stroom uit, ook dat maakt je bewust van je energiegebruik. Veel dingen zijn niet zo vanzelfsprekend of gaan automatisch zoals thuis.
Duurzame omgeving
Verder zijn gelukkig de meeste restaurants vegetarisch, wordt elektriciteit voor een groot deel opgewekt met zonnepanelen, mag er maar op enkele plekken gerookt worden en is alcohol in deze regio niet toegestaan. Tevens zie je mensen hier zelden gebruikmaken van elektronica (er is dan ook op weinig plekken wifi).
Consuminderen wordt hier gestimuleerd door het gebrek aan winkels en de toch wat hoge prijzen. Ik denk meer na over wat ik koop: geïmporteerd voedsel is hier duurder dan lokaal voedsel (wat aanzienlijk minder en gezondere producten zijn). Ik leef zuiniger en ben veel sneller tevreden. Zo word ik bewust van hoeveel luxe ik gewend ben. Veel blijkt eigenlijk niet nodig en dat geeft ook wel rust. Ik vermaak me goed met enkel mijn backpack aan spullen.
Coming up: toen ik dacht alles wel geleerd te hebben, ontdekte ik een echt duurzame gemeenschap.