Fast Fashion: een wolf in schaapskleren?
In elke winkelstraat zijn ze vertegenwoordigd; de mooie grote winkels met een hip en goedkoop assortiment. Winkelketens zoals de Primark, Zara en H&M vallen onder de verzamelnaam “Fast Fashion”. Veel mensen gaan ervan uit dat kledingwinkels met goedkope prijzen niet tot stand kan komen zonder leed als kinderarbeid en onderdrukking. Maar is dat echt zo?
Was het maar zo simpel dat je kon zeggen dat goedkope producten altijd gemaakt zijn onder vreselijke omstandigheden. Andersom werkt het ook niet; dure kledingstukken zijn niet automatisch duurzaam!
Hoe komt het dat deze winkels zo goedkoop zijn?
Deze bedrijven bezitten allemaal wereldwijd minimaal duizend winkels die ze volledig vullen met hun eigen producten. Daardoor bestellen ze altijd grote aantallen wat helpt met het laag houden van de prijs, daarnaast worden veel kledingstukken, zoals basis T-shirts, geproduceerd op momenten dat het minder druk is in de fabrieken. Ik heb zelf een aantal jaren in ontwerpteams van diverse kledingmerken gewerkt (onder andere voor Zeeman). Als ontwerpers werkten wij een jaar tot anderhalf jaar vooruit. Dit gaf de fabrieken genoeg tijd om de kleding te maken.
Bij merkkleding worden er vaak hoge eisen gesteld. Er gaat veel tijd en kosten zitten in het doen van wastesten, het maken van materiaalrapporten en het aanpassen van doorpasmodellen. Bij de prijsvechters gaat het er vaak alleen om of het er acceptabel uit ziet. Ook dit houdt de prijs laag.
Een andere bijkomstigheid is dat wanneer een kledingfabriek een contract aangaat met een groot bedrijf, in plaats van 20 kleine merken. Het betekent dat deze fabriek voorlopig geen nieuwe klanten hoeven te zoeken, meer van hetzelfde geproduceerd word en dat de communicatie sneller verloopt. Daardoor krijgen Fast Fashion ketens eerder korting.
Tot slot hebben veel Fast Fashion ketens, winkels in eigen beheer of hebben ze een franchise concept. Dit betekent dat ze geen kosten en tijd kwijt zijn om hun producten door te verkopen aan andere winkels. Er zijn dus minder schakels betrokken in het hele proces waardoor het ook mogelijk is om bijvoorbeeld trendy producten supersnel in de winkels te hebben hangen. Vandaar de naam “Fast Fashion”.
Doen Fast Fashion bedrijven ook aan duurzaamheid?
H&M is de eerste Fast Fashion keten die duurzaamheid promoot door een aantal keer per jaar een duurzame(re) collectie, onder de naam Conscious, uit te brengen. Daarnaast kun je bij hen ook je oude kleding inleveren in ruil voor een kortingsbon. Ook is H&M samen met onder andere IKEA, Nike en Levi’s aangesloten bij het Better Cotton Innovative . Deze organisatie onderwijst boeren over het biologisch telen van katoen. Het is de bedoeling dat deze boeren vanaf 2020 alle katoen van de H&M gaan produceren.
H&M is dus onderweg, maar helaas gaan ze heel erg langzaam in hun duurzame ontwikkeling. Het is mooi dat ze een klein stukje van hun collectie onder de noemer Conscious duurzaam aanbieden, maar hoe zit dat met de rest van hun kleding? Het is lastig bij een grote logge organisatie, maar het lijkt erop alsof ze tien procent van hun werkzaamheden duurzaam aanpakken (dat promoten) en bij de rest van hun werkzaamheden op dit moment nog even een oogje toeknijpen. Helaas geldt dit voor heel veel merken.
Zouden we Fast Fashion winkelketens moeten vermijden?
In principe is er niks mis met deze winkels. Het zou fijn zijn als zij transparanter zouden zijn over de productie omstandigheden en officiële duurzame kledingcertificaten zoals GOTS (Global Organic Textile Standard) of Fairwear Foundation zouden gebruiken. Deze organisaties zijn onafhankelijk en controleren streng. Nu moet je er maar vanuit gaan dat hun verhaal onder het kopje duurzaamheid op de website van de winkelketen klopt en geen verkoop praatje is.
Het echte probleem van Fast Fashion is de boodschap
De kleding in Fast Fashion is super goedkoop. Daardoor gaan mensen het zien als een wegwerpproduct. Het is oké om iets wat na 2 keer wassen uit elkaar valt weg te gooien omdat het goedkoop was. De marktwaarde van kleding is daardoor in de afgelopen 20 jaar enorm gedaald.
Ook zijn deze producten van een lage kwaliteit slecht her te gebruiken of te recyclen, waardoor het ook nog eens bijdraagt aan de hoeveelheid afval die wij per persoon produceren.
Kleinere merken, die dus niet de aantallen van een Zara hebben, worden gedwongen om ook hun producten voor een lage prijs te verkopen. Dit zorgt ervoor dat de kleine merken het vaak een stuk minder nauw nemen met de arbeidsomstandigheden, om maar een concurrerende prijs neer te kunnen leggen.
Helaas zal je zelf onderzoek moeten doen om te kunnen bepalen of een kledingmerk onder de juiste omstandigheden handelt en of je achter het concept van het merk staat. Gelukkig zijn hier ook hulpmiddelen voor: de website “rank a brand” maakt lijsten waarin de meeste winkelketens en kledingmerken beoordeeld worden op hun werkwijzen. Je kunt kijken naar diverse onderdelen zoals CO2 uitstoot en werkomstandigheden.
Probeer jezelf goed te laten informeren via de website van deze bedrijven, verpakkingen en de media en vorm je eigen mening en handel daarnaar.