Brood en Bio – hoe kunnen we voldoende voedsel produceren?
“Panem et circensus” – oftewel geef het volk brood en spelen – zei Julius Caesar circa 2000 jaar geleden, en het volk zal rustig zijn. Het is dan wel een oud concept, maar het is nog steeds relevant. Zeker in het licht van de snel groeiende wereldbevolking rijst de vraag hoe we nu en in de toekomst voldoende voedsel kunnen produceren voor alle hongerige monden.
Door Mirjam Hazenbosch
Brood
Sinds 1960 is de voedselproductie enorm gestegen door de introductie van nieuwe variëteiten, pesticiden, irrigatietechnieken, kunstmest, en het verstrekken van landbouwkredieten. Als gevolg hiervan is het percentage van de wereldbevolking dat chronisch ondervoed is significant verminderd. Desalniettemin gaan nog elke dag 795 miljoen mensen met honger naar bed. De vraag naar voedsel zal in de komende jaren alleen maar toenemen als gevolg van de snel groeiende wereldbevolking: in 1960 leefden er 3 miljard mensen op deze wereld, nu leven er ruim 7,5 miljard en de voorspelling is dat er in 2050 9,8 miljard mensen zijn. Daarnaast neemt ook de welvaart toe. Eén van de gevolgen hiervan is dat de vraag naar luxe producten zoals vlees en zuivel stijgt. De productie van dit soort producten vereist meer (eetbare) grondstoffen in vergelijking met de productie van bijvoorbeeld rijst en aardappelen. Op dit moment zien we echter veel oogsten mislukken als gevolg van klimaatverandering. De voorspelling is dat de opbrengsten van oogsten zullen blijven dalen in de komende decennia. De landbouw staat dus voor een enorme uitdaging.
Bio
Tegelijkertijd heeft de landbouw nu al een enorme impact op het milieu. Om een paar voorbeelden te noemen: momenteel wordt reeds 40% – 50% van al het land op aarde gebruikt voor akkerbouw en veeteelt, het gebruik van pesticiden en kunstmest in de landbouw leidt tot vervuiling en vermesting van ons water, en de landbouw wordt voor een groot deel verantwoordelijk gehouden voor de huidige biodiversiteitscrisis. De vraag is dus niet alleen hoe we meer voedsel kunnen produceren, maar ook hoe we dat op een duurzame manier kunnen doen?
De rol van kleine boeren
Kleine boeren in ontwikkelingslanden spelen een sleutelrol in dit vraagstuk. Het gezegde “klein maar fijn” is zeker van toepassing op hen. Ondanks dat ze hun voedsel op minder dan 2 hectare gemiddeld (circa vier voetbalvelden) produceren, zijn ze gezamenlijk verantwoordelijk voor meer dan de helft van de wereldwijde voedselproductie. Maar deze boeren komen steeds meer onder druk te staan. De gevolgen van klimaatverandering leiden vaker tot het mislukken van oogsten waardoor er – figuurlijk – roet in het eten van de kleine boeren en hun families wordt gegooid. Tegelijkertijd wonen veel van deze boeren op plekken met grote biodiversiteit. De FAO (Food and Agriculture Organisation van de Verenige Naties) voorspelt dat deze boeren hun productie zullen moeten verdubbelen in de komende jaren om te voldoen aan de toenemende vraag naar voedsel. Of en hoe deze boeren dat doen is van invloed op zowel de wereldwijde voedselzekerheid als op de staat van het klimaat en de biodiversiteit. De FAO waarschuwt voor sociale onrust als er voedseltekorten ontstaan. Panem et circensus…
(Bio)brood?
De vraag van vandaag is dus hoe boeren meer voedsel kunnen produceren met minder impact op het milieu. Moeten we de landbouw verder intensiveren? Of is het beter om over te stappen op biologische landbouw en moeten we met z’n allen biobrood gaan eten? De wetenschap is momenteel druk bezig met het zoeken naar antwoorden op deze vragen. Tot nu toe richt het meeste onderzoek zich op grote boerderijen in geïndustrialiseerde landen. Er is weinig tijd en moeite gestoken in de kleine boeren in ontwikkelingslanden. En daar wil ik verandering in brengen. Tijdens mijn promotie-onderzoek ga ik daarom op zoek naar het antwoord op de vraag:
Hoe kunnen we de opbrengst van de oogsten van kleine boeren in ontwikkelingslanden verhogen, terwijl we de impact op het milieu verlagen?
Mijn hoop is dat mijn onderzoek bijdraagt aan de voedselzekerheid en het behoud van de biodiversiteit. Oftewel, dat we ons over een paar jaar enkel druk hoeven te maken over het “circensus” gedeelte van Julius Caesar’s gezegde en niet meer over het “panem” gedeelte.
Foto: Een voorbeeld van een kleine boerderij in Papoea-Nieuw-Guinea. Kleine boeren spelen een sleutelrol in de vraag hoe we voldoende voedsel kunnen produceren voor de snel groeiende wereldbevolking terwijl we ook de biodiversiteit in stand houden.
Meer lezen?
Mirjam schreef eerder over haar onderzoek in Papoea-Nieuw-Guinea. Deel één lees je hier. Daarnaast schreef zij ook over haar tweede onderzoeksproject naar een hogere opbrengst van het voedsel van de toekomst: de boon! Deel één lees je hier.