skip to Main Content

De nieuwe donut economie : fast- of superfood?

De Nieuwe Donut Economie : Fast- Of Superfood?

De Donuteconomie verovert de wereld. Tenminste dat idee kreeg je de afgelopen maanden, als je Kate Raworth, de auteur van de nieuwste economische bestseller, een beetje hebt gevolgd . Ze toerde door Europa, doceerde aan Oxford en was in Nederland te vinden in uitverkochte zalen. Er werd zelfs een Tegenlicht uitzending gewijd aan haar ‘donut’. Maar wat zijn nou eigenlijk haar ideeën? En wat kunnen we ermee?

Door: Vera Vrijmoeth

Haar boek daagt de mainstream neoliberale denkbeelden uit en biedt een alternatief : de Donuteconomie. Daarmee geeft ze gehoor aan de oproep van gefrustreerde sociaal democraten voor een nieuw links geluid. Haar boek is ook een mooie reactie op de oproep van onder meer Naomi Klein in haar boek ‘Nee is niet genoeg’. In dat boek analyseerde Klein de maatschappelijke en economische ontwikkelingen, die ten grondslag lagen aan Trump’s succes in de Amerikaanse verkiezingen. Klein roept op tot een alternatief politiek en economisch paradigma om ‘Trump’ te kunnen verslaan. Je moet het Raworth nageven. Ze heeft een goede timing.

Voor ze uitlegt waar de donut voor staat analyseert Raworth eerst ‘het probleem’. Met een toegankelijke schrijfstijl legt ze de waarden bloot die aan economische theorieën ten grondslag liggen en haalt ze “de normale econoom” van zijn voetstuk van objectiviteit en waarheidsvinding. Ze wil af van een onrealistisch streven naar economische eindeloze groei gebaseerd op een beperkte hoeveelheid grondstoffen. Bovendien benadrukt ze dat streven naar oneindige economische groei (en extreme welvaart) vaak ten koste van ‘iets anders’. Dit ‘iets anders’ wordt in economische termen ook wel externaliteiten genoemd. Echter, externaliteiten – zoals vervuiling, klimaatverandering, armoede, uitbuiting-  zijn niet ‘extern’. Ze zijn inherent verbonden met een streven naar economische groei. Dit betekent dat groei in principe op de lange termijn altijd ook verbonden is met verval en of het verbruik van energie (grondstoffen, tijd, etc), of je dat verval nu erkent of niet.

Vervolgens pleit ze voor een shift in ons denken. Van het huidige economische systeem moeten we naar een nieuwe, inclusievere en duurzame economie. De rationele zelfzuchtige homo-economicus zou een mens ingebed in de sociale context moeten worden. Bovendien zou de economie meer regeneratief en redistribuerend moeten worden en minder afval en ongelijkheid moeten produceren. Daarmee doelt ze op het al bekende concept van de circulaire economie. Ten slotte streeft elke economie in plaats van naar oneindige groei van het bruto nationaal product(BNP) naar de donut: het leveren van een sociaal minimum voor ieder lid van de wereldbevolking zonder de planetaire grenzen van de aarde te overschrijden. Het is een economie, die niet per se groeit, maar wel floreert.

In de donut (zie de afbeelding 1) worden de planetaire en sociale grens letterlijk gevisualiseerd en met elkaar verbonden. De planetaire grens aan de buitenkant is gebaseerd op de ecologische grenzen van de aarde ; de mate van vervuiling, uitstoot van broeikasgassen en verzuring van de oceanen waarbinnen de aarde bewoonbaar blijft voor mensen. De sociale grens aan de binnenkant staat voor een mate van sociale zekerheid gecreëerd door vrede, politieke stabiliteit, onderwijs, gezondheidszorg, inkomen, en gelijkheid van man en vrouw.

Afbeelding 1 De Donut van Raworth

Afbeelding 1 De Donut van Raworth

Deze sociale en planetaire grens zijn volgens Raworth onlosmakelijk met elkaar verbonden. Een overschrijding van de planetaire grens leidt namelijk hoogstwaarschijnlijk tot een overschrijding van de sociale grens en visa versa. Door een temperatuurstijging zal de voedselzekerheid afnemen en wordt de kans op hongersnood hoger. De hongersnood in Somalië, Zuid Soedan, Nigeria en Jemen afgelopen jaar is hier een goed voorbeeld van. Op dezelfde manier kan politieke instabiliteit en armoede het draagvlak voor behoud van natuur en investeringen in duurzame energie ondermijnen. Als je geen geld hebt voor voedsel, hoe kan je dan een zonnepaneel veroorloven voor op je dak? En als je geen werk hebt, maar wel een tropisch regenwoud in de achtertuin, kies je dan voor eten voor je familie of voor het behoud van het regenwoud? Deze dilemma’s klinken misschien simpel, maar maken een belangrijke les duidelijk : een gebrek aan sociale zekerheden maakt het bijzonder moeilijk voor burgers om duurzame beslissingen te maken.

Volgens Raworth kunnen economische doelen, sociale bestaansonzekerheden en klimaat verandering elkaar echter niet alleen ‘kapot’ maken, maar ook ondersteunen. Laat dat idee even op je inwerken : een situatie waarin economieën tegelijkertijd naar bestaanszekerheid voor de gehele wereldbevolking streeft en geen ‘te grote’ klimaatschade veroorzaakt of binnen de ‘planetary boundaries’ blijft.  In een samenleving met veel sociale zekerheden, lage sociale ongelijkheid en politieke stabiliteit, kunnen burgers namelijk investeren in lokale duurzame energie.

Zeven op de tien Nederlanders maakt zich al zorgen over het klimaat. Wat zouden deze burgers doen als ze allemaal de middelen hadden te investeren? Bovendien komt voedselzekerheid bij weinig klimaatverandering minder in gevaar. Als de economieën een sociale ondergrens garanderen en binnen de klimaatgrens blijven, zou dat tot een prettig leven voor het overgrote deel van de wereldbevolking kunnen leiden. Zo kunnen klimaat en sociale bestaanszekerheden elkaar ook positief versterken: donut synergie.

Juist dit idee is zo krachtig aan Raworth’s boek en verklaart de populariteit. Het combineert de uitdagingen van deze eeuw en biedt een vergezicht, een nieuw doel : een visueel plaatje dat ook voor ‘niet economen’ te begrijpen is. Dat we nog ver van dit ideaal verwijderd zijn is overduidelijk.

Doordat het boek zo’n theoretische aanpak heeft, blijft de donut synergie vooral nog een conceptueel streven. De lezer blijft met een kritische vraag achter : Hoe kunnen we die donut economie nou concreet bereiken? Doordat er veel complexe termen het nieuwe doel beschrijven wordt vooruitgang op weg naar dat ideaal moeilijk meetbaar. Laat meetbaarheid van progressie, het liefst door middel van cijfers, nu juist essentieel zijn voor overtuigingskracht in de huidige samenleving.

Het verder uitwerken en meetbaar maken van de donut laat Raworth daarmee over aan anderen en dus misschien ook aan jou. Hoe zou jij het donut model kunnen toepassen op je dagelijks leven, de universiteit, of je vereniging? Wat zou ervoor nodig zijn om succes van een economie op een andere en nieuwe manier te meten?

Laat je reactie achter

Bronnen:

Klein, N. (2017). No is not enough: Defeating the new shock politics. London: Allen Lane.

Raworth, K. (2017). Doughnut Economics: Seven Ways to Think Like a 21st-Century Economist. Chelsea Green Publishing.

Rockström, J., Steffen, W., Noone, K., Persson, Å., Chapin, F. S., Lambin, E. F., … & Nykvist, B. (2009). A safe operating space for humanity. nature461(7263), 472-475.

Vera Vrijmoeth

Vera is een gedreven wereldverbeteraar die idealisme met realisme combineert. Op University College Utrecht verdiepte Vera zich in Milieuwetenschappen en Internationale betrekkingen. Momenteel doet ze de master ‘Inequalities and Social Science’ aan de London School of Economics and Political Science. Het blootleggen van verbindingen tussen klimaat verandering, steeds groter wordende sociale ongelijkheid en de (weder)opkomst van populistische bewegingen drijft haar. In haar artikelen op DS zal ze schrijven over deze wereldwijde ontwikkelingen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back To Top