Plastic afval als goudmijn
Delft heeft een eigen TEDx. Ik zat op de tribune. Laura Klauss komt in de spotlight staan. Ze heeft een zwaar Nederlands accent en een nog steviger idee. In 2016 verdiende ze de Prins Friso Ingenieursprijs, volgens het publiek. Ze ziet er jong uit, maar heeft toch Better Future Factory (Rotterdam) opgericht. Ik ben benieuwd.
Door: Jos Hummelen
Ze begint haar Ted-talk, temidden van een berg blauw witte plastic flessen, over het probleem. “We gebruiken te veel spullen! Te veel plastic, vooral. Wat doen we ermee? We flikkeren het gewoon weg.”
Mijn comfortabele stoel zorgt ervoor dat ik een flashback krijg naar Zambia, waar het mij opviel dat zelfs in de tuinen van vrijstaande huisjes afval lag. Die mensen zaten gewoon in hun eigen afval! Het leek ze niks te deren. Ze hadden waarschijnlijk meer urgente zaken aan hun hoofd.
Om ketens te sluiten, moeten we dat afval dus inzetten als grondstof. Laura heeft Industrial Design Engineering gestudeerd en maakt hier haar specialisatie van. “We have to start closing loops.” Dat wil zeggen: zorgen dat afval gebruikt wordt als grondstof voor een nieuw product. 3-D printers gebruiken plastic als grondstof. Dit plastic moet wel helemaal schoon zijn.
Ik herinner me nog goed dat ik in Malawi een dal zag vol plastic. Geiten waren op zoek naar eetbare spullen tussen het afval. Het was een zeer treurig gezicht in een prachtig groen land. Toen ik vroeg naar wat er met dat plastic gebeurde, kreeg ik een opgewekt antwoord: “It’s no problem. When the rains come, it will wash away into the lake. Then it’s gone.” Zo zie je dat er ook nog winst valt te behalen in het denken over duurzaamheid in ontwikkelingslanden.
Laura Klauss vertelt nog even over de voordelen van 3D-printing. Je maakt precies wat je nodig hebt, waardoor je geen afval hebt. Je maakt het ook op maat, zodat je producten ook weer kunt repareren. 3D-printen op zich is dus best duurzaam, vooral als je als input afval kunt gebruiken en geen onzinnige hebbedingetjes print.
Opnieuw dwaal ik af naar het uitgestrekte Zambia. Ik zat achterin een auto en zag tussen de bossen steeds met palen afgerasterde tuintjes met daarin lemen hutjes. Ik zie nog geen 3D-printer in zo’n hutje staan. Bovendien is er heel vaak geen elektriciteit. Wat moeten zij dan met hun plastic? En wat zouden ze er überhaupt mee willen maken?
Laura Klauss gaat gelukkig verder. Bij Better Future Factory gebruiken een low-tech upcycle tool. Het is een soort plastic-pers. Hierbij hoeft het plastic niet brandschoon te zijn, zoals bij een 3D-printer. Je stopt er plastic in en krijgt een mooi, sterk en duurzaam tegeltje terug van gecomprimeerd plastic: De Squarry! Laura loopt naar de zijkant van het podium en tikt met de microfoon op een uit de kluiten gewassen Squarry. Het lijkt wel een blok beton. Die functie heeft het dan ook. Laura stelt dat ze bezig zijn een grotere pers te maken, waar meer plastic ingaat, zodat ze inderdaad woningen kunnen maken van afval.
Bij Better Future Factory vinden ze het belangrijk dat alle stappen van het proces zichtbaar zijn. Het plastic verzamelen, het persen en het inzetten van het afval, gebeurt dus allemaal lokaal. Het voordeel hiervan is dat je mensen meeneemt in de manier van denken over afval en het maken van nieuwe producten. Ze zien het letterlijk voor zich! “We wanted to make a tangible solution.” Dat is dus gelukt. Mensen zien plastic niet langer als afval, maar als goudmijn: je kunt geld verdienen met iets dat op de straat wordt gegooid!
Wat ik persoonlijk ook mooi vind aan deze manier van sociaal ondernemen is dat het ook een impact maakt op de lokale economie. Het verschaft werkgelegenheid en zorgt voor producten waar daadwerkelijk behoefte aan is. Laura Klauss stelt ook dat de eigenaar van de (kleine of grote) pers vrij is om het product zelf te gebruiken of er een bedrijfje mee te starten. Dat maakt dus van deze mensen een innovatief ondernemer, net als Laura Klauss.