skip to Main Content

7 jaar terugwinnen na je studie? Stap in de snelkookpan die ‘Afrika’ heet

7 Jaar Terugwinnen Na Je Studie? Stap In De Snelkookpan Die ‘Afrika’ Heet

Een jaar geleden vertrok Ine ter Berg (26) naar Kameroen met een missie: een van de oudste plantages van Afrika moest het duurzaamheidscertificaat krijgen. Via Skype vertelt Ine met onverminderd enthousiasme: “hier kan ik een functie uitvoeren waarvan ik in Nederland over vijf of zeven jaar pas kan dromen.”

Verandering van spijs doet eten

Geschreven door: Jos Hummelen

Als de Skype-camera aanspringt zit Ine in het houten kantoor van de oude plantage, genaamd Safacam (anno 1897). ‘Het verschil maken’ kan natuurlijk thuis of in je stad, maar de grote klappers zijn te maken op plekken die nog niet ver ontwikkeld zijn. Daarom pakte Ine haar spullen om af te reizen naar West-Afrika voor een project dat drie jaar moet duren. Het verduurzamen van een palmolie- en rubberplantage is namelijk een uitdagend project. Voor een RSPO-certificaat moet een bedrijf maar liefst aan 139 indicatoren voldoen. Dat varieert van het aanleggen van ‘groene zones’ langs waterwegen, het verminderen en veilig gebruik van pesticiden, het verbeteren van relaties met lokale gemeenschappen en het doorvoeren van procedures conform best practices.

Het ochtendlicht scheert langs Ine heen en direct onderbreekt ze me voor een werknemer met een vraag. Ze beantwoord kordaat in vloeiend Frans en staat me daarna weer te woord. “Het is hier fantastisch. De ene dag sta ik met de laarzen in de bagger, dan woon ik een medaille uitreiking bij voor loyale medewerkers, daarna kan ik zomaar weer een overleg hebben met een overheidsinstelling of een NGO. Het ene moment leer ik van het puntige en prachtige Frans van één van de 3126 medewerkers, het andere moment probeer ik iets met handen en voeten uit te leggen aan een oudere dame uit het nabijgelegen dorp.

Ine vertelt verder en legt uit dat mensen uiteindelijk wel begrijpen waarom zo’n ‘duurzaamheidscertificaat’ van belang is voor het bedrijf. “In het begin gaat het voor hun gevoel in tegen het maken van winst. ‘Duurzaamheid’ is voor lokale mensen een relatief nieuw begrip. Uiteindelijk begrijpt men wel dat het een manier is om tegemoet te komen aan de eisen die door de klant worden gesteld. Ook verbeteren de werkomstandigheden voor henzelf.”

De Afrika Attitude  

Afrika is letterlijk en figuurlijk een andere wereld. Ine vertelt wat je in je mars moet hebben om daar tot bloei te komen. “Bij de Afrika Attitude hoort allereerst dat je niet bang moet zijn voor gênante situaties. Dat krijg je altijd bij het leren van een nieuwe taal, maar ook in andere situaties moet je je vooral niet gaan schamen.” Ine strijkt even door haar steile, bruine haar, kijkt dromerig in de verte en gaat verder: “ik hou ook van boomknuffelen, maar je moet goede argumenten hebben om iets te doen, ook voor de aandeelhouders. Kortom: je ergens voor durven te staan, maar je moet ook pragmatisch blijven.” Over de Afrika Attitude kan ze nog wel even doorgaan: “boven alles heb je humor en een relaxte houding nodig. Natuurlijk zijn de dingen die je hier moet doen complex: je kent de taal nauwelijks en de cultuur niet. Je weet bovendien niet hoe de hazen lopen, juist daarom moet je je hoofd koel houden.”

Laaghangend fruit

Omdat ik me heb geconcentreerd op het aanstekelijke werk van Ine, bedenk ik me ineens de kritiek op palmolie en rubber. “Dat is voor een gedeelte terecht, denk ik.” Dat vind ik een verrassende respons van iemand die op een plantage werkt. “We kennen allemaal de foto’s van ontbossing en de impact op de biodiversiteit in Indonesië, bijvoorbeeld.” Ine gaat verder “tegelijkertijd is palmolie duurzamer dan andere oliën. De productiviteit per oppervlak is veel hoger en er zijn relatief weinig pesticiden en meststoffen nodig en heeft geen giftige bijproducten.” Daar moet ik nog maar eens induiken. Ik vraag verder: en rubber? “Synthetische rubber is gemaakt van aardolie. Wij maken natuurlijke rubber en kappen daarvoor geen woud. Ik werk dus om te zorgen dat het produceren van rubber geen aanslag geeft in de bodem, de lucht of het water.” Ze begrijpt de kritiek dus, maar stroopt direct de mouwen op voor een oplossing.

Als laatste vraag ik Ine wat ze zegt tegen de mensen die twijfelen of ze zo’n stap wel durven te wagen. Ze antwoord uitgeslapen: “Niet twijfelen, gewoon doen. Je krijgt pas spijt als je zo’n kans niet grijpt. Dit is een enorme snelkookpan. Als je dit kan, kan je in Nederland gelijk heel veel. Ik zou zelf iedereen aannemen met zo iets op het CV.” Ine besluit: “bovendien: specifiek in Kameroen, maar ik denk in heel Afrika is heel veel winst te boeken. Maar dat laaghangende fruit moet wel geplukt worden.”

Jos Hummelen

Jos (30) studeerde interdisciplinaire sociale wetenschappen (ASW) en geografie in Utrecht. Woonachtig in Amsterdam geeft Jos aardrijkskunde, maar is nog verbonden met de studentenscéne. Studeren zelf is ook niet klaar. Zo volgt Jos masterclasses bij Verspers en online bij de Harvard University. “In Amsterdam bedachten ze het honderd jaar geleden al: groen is goed voor mensen.” Jos geniet er elke dag van dat dit nog steeds te merken is in onze hoofdstad. Naast passie voor mooie en groene steden en de innovatie die daar plaatsvindt, schrijft Jos opvallend veel over Afrika. Waarom? “Omdat het wel wat meer aandacht verdiend.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back To Top