Natuur in de tuin: hoe willen we vooruit?
De tuin en de groene stad krijgen steeds meer aandacht in Nederland. Maar als we het hebben over goede natuurbescherming en goed natuurbehoud, vergeten we de stad en haar tuintjes vaak. Wat moeten we vinden van natuur op ons studentenbalkon of van de tuin van onze ouders? Tijd om eens na te denken over drie vragen die belangrijke milieufilosofen al jaren stellen.
Door: Michelle Otter
De tuin en duurzaamheid
Tegels hebben een negatieve invloed op de natuur en op ons welbevinden. Dat schreef NU.nl begin april in het artikel “Wateroverlast, hitte, insectensterfte: tuintegel eruit wrikken helpt”. Bovendien wordt beschreven: of tegels wel of niet vervangen worden door groen, wordt vooral bepaald door particulieren. Wel 40% van de stedelijke gebieden is namelijk in het bezit van particulieren. Daar maak jij onderdeel van uit. Het kan dus handig zijn om een idee te hebben van jouw mening over natuur in de stad. Als we op een ‘juiste’ manier willen werken aan een duurzame stad, wat moet jij dan doen met deze feiten? En met jouw stoeptegel? Of mag iemand anders dat bepalen, bijvoorbeeld de overheid?
Een simpele vraag? Dacht het niet. Groen in de stad betekent voor veel mensen verschillende dingen. Ecologen, boswachters, klimaat-experts en burgers hebben bijvoorbeeld andere ideeën over biodiversiteit, natuurbehoud en de waarde van natuur in onze maatschappij. De volgende vragen laten dit zien. Ik heb ze geleend van belangrijke mensen en vraagstukken in de milieufilosofie.
1. Is de tuin eigenlijk wel natuur?
Nee, een tuin is geen natuur. Dat is wat het antwoord zou zijn van de traditionele milieu-ethische denkers op de vraag hoe je natuur eigenlijk definieert. Natuur waaraan de mens de hand heeft gelegd wordt door hen ‘fake nature’ genoemd, en heeft automatisch minder waarde dan ‘oernatuur’, zoals het regenwoud in de Amazone. Juist de historie en de onaangeraaktheid geeft natuur waarde, zo maken conservatisten zoals Katz (1992) en Elliot (1982) duidelijk in hun essays.
De tuin geldt dus per definitie niet als ‘echte’ natuur. En omdat invloed van de mens automatisch een lagere waarde betekent, is ook ander stedelijk groen zoals stadsparken en groene daken nep. Het gevolg van dit argument in onder andere de overtuigende essays van Katz en Elliot is dat de natuur in de stad veelal buiten beschouwing wordt gelaten in de milieu-ethiek. Terwijl vragen over ‘goed’ gedrag juist relevant zijn in de stad, want daar wonen de meeste mensen. Zo’n vijftien jaar geleden kwam het begrip ‘novel ecosystem’ op, waarmee er tegengas werd geboden aan de definitie van natuur als onaangeraakt. Maar wat gebeurt er als we de definitie van natuur verbreden?
So if all of the definitions of nature that we might want to use that involve it being untouched by humanity or not having people in it, if all of those actually give us a result where we don’t have any nature, then maybe they’re the wrong definitions (Emma Marris, TED-Talk)
2. En als de tuin natuur is, wat is dan haar waarde?
De manier waarop wij waarde geven aan de natuur is belangrijk. Terwijl de traditionele filosofen waarde geven aan natuur door historie, benadrukken anderen de dynamiek en processen. Maar er zijn nog andere manieren. Je kunt natuur in de stad en in jouw tuin sinds een aantal jaar bijvoorbeeld ook in cijfers uitdrukken. Met behulp van de ecosystem services kun je in kaart brengen welke diensten een ecosysteem levert: natuur in de tuin kan helpen bij klimaatbeheersing en biedt recreatiemogelijkheden. En het is natuurlijk heel wat waard dat we op warme zomerdagen lekker met zijn allen in een park kunnen liggen.
Maar er zijn mensen die vinden dat zulke indicatoren de ‘echte’ waarde van natuur verwaarlozen. Zij houden niet van de manier waarop NU.nl de voordelen van een tegelloze tuin beschrijft. Want door de inherente waarde van natuur uit te drukken in cijfers of taal, verwaarloos je de ‘echte’ waarde. En daardoor gaan we niet op de goede manier om met natuur. Is het daarom wel een stap richting duurzaamheid als iedereen focust op de voordelen die groene tuinen kunnen bieden?
3. Gaan we niet juist natuur weghalen als we erkennen dat de tuin natuur van waarde is?
Stel je voor dat we door briljante technologie de natuur precies kunnen namaken. Op een manier waarop jij niet zou herkennen dat het eigenlijk ‘nep’ is. Wat voor invloed heeft dit dan op echte natuur en op hoe jij daarmee omgaat? En is dat goed, of slecht? Sommige mensen denken dat al het oerwoud eraan gaat als we de tuin meer gaan waarderen. Het menselijk ‘hubris’ wordt dan namelijk veel te groot. Hubris laat zich moeilijk vertalen, maar betekent zoiets als hoogmoedigheid of arrogantie. Het heeft te maken met het idee dat de mens centraal staat op onze aarde en zich daarmee boven de natuur plaatst. Als de inzet van kennis en technologie inderdaad bijdraagt aan natuurbehoud (denk naast de achtertuin maar eens aan vertical farming en groendaken), dan zal de mens op een arrogante manier omgaan met de aarde.
In Nederland geven we voorzichtig antwoord op deze vragen
Alleen als we antwoord hebben op deze drie vragen kunnen we voorzichtig antwoord geven op de vraag: hoe willen we vooruit? Als we de media moeten geloven, lijkt het erop dat we met zijn allen steeds meer vinden dat de tuin ook natuur is. Bovendien praten we steeds meer over haar waarde, en scheiden we werken aan een groenere stad van kappen in het oerwoud. Deze hoge relevantie betekent: meer blogs over dit onderwerp op Duurzame Student! Met tips en initiatieven voor de (studenten)tuin en groen in de stad, bijvoorbeeld. Ook voor als je geen tuin hebt.
Bronnen
Di Paola, M. (2018). Ethics and Politics of the Built Environment: Gardens of the Anthropocene. Springer.
Elliot, R. (1982). Faking nature. Inquiry, 25, 81-93.
Katz, E. (1992). The big lie: Human restoration of nature. Research in Philosophy and Technology.
Marris, E. (2009). Ecology: ragamuffin earth. Nature News, 460, 450-453.
De tuin is inderdaad geen natuur. Je bent voortdurend bezig om de natuur in bepaalde vormen te dwingen. Wel is het goed om een evenwicht te zoeken tussen het verzorgen van de tuin en het zijn gang laten gaan van de natuur. We moeten uitkijken dat we niet in extremen vervallen. Elke dag water geven, bijvoorbeeld, is helemaal niet nodig.