skip to Main Content

Natuur in de drukke stad: wilde bijen werken voor een plekje

Natuur In De Drukke Stad: Wilde Bijen Werken Voor Een Plekje

Bijen zijn onmisbaar voor de aarde. Dat wist je al. Maar wist je dat de honingbij al dertig miljoen jaar rondzweeft en zich al die tijd steeds meer ‘functionele fratsen’ heeft aangeleerd? Wist je dat bijen het irritant vinden als je aftershave, parfum of alcohol op hebt? In dit artikel word je meegenomen naar de bijenstal, langs bloemenvelden en zie je het grotere geheel van bijensterfte en biodiversiteit.

Tekst en beeld: Jos Hummelen

Eén van de imkers van het Griftpark is Maarten Nieuwenhuize. Maarten heeft in hartje Utrecht zes volkeren in een kleine bijenstal. “Nederland is veel te aangeharkt, dus die honingbijen hebben mij nodig voor een goede plek.” Als hij de kasten voorzichtig inspecteert treft hij bezige bijen aan die gezond zijn en veel honing hebben gemaakt door het warme weer. Dat is mooi nieuws, want de wintersterfte onder honingbijen is de laatste vijftien jaar vrijwel altijd hoger geweest dan het Europees gemiddelde. De sterfte lijkt de laatste tijd wat af te nemen, maar er blijft internationale zorg over de achteruitgang van populaties. 

Maarten in zijn bijenstal in Utrecht. Foto door Jos.

Stelen of delen?

Maarten is een liefhebber en een dief: “Dit is wel een hele zen-hobby hoor, je moet geen haast hebben”, zegt hij terwijl hij wat rook via zijn pijp over de raten blaast. “Ik kom hier de honing jatten, dus ik vind het niet gek als ik gestoken word. Dan moet ik rustig blijven… De bijen zijn niet van mij, die zijn van zichzelf.” Af en toe slaakt Maarten een enthousiaste kreet als hij ziet hoeveel ze hebben opgehaald. Een record aantal bezoeken per dag van een honingbij is 3000 bloemen. Van de nectar maken bijen honing. Voor één enkele eetlepel honing zijn ongeveer 10.000 bloembezoeken nodig. 

Wilde bijen heb je in drie soorten: solitaire bijen, hommels en honingbijen. Honingbijen kunnen in koloniën leven van wel 50.000 bijen. Ze vliegen uit tot drie kilometer om hun stal. In Nederland leven dertig verschillende vrolijke bromsnorren, ofwel: hommels. In Europa zijn dat er dubbel zoveel, maar ongeveer de helft wordt bedreigd door klimaatopwarming. Van solitaire bijen heb je 320 soorten. Die vliegen veel minder ver, maar worden net zo goed bedreigd door klimaatverandering. Mariken Straat van Bee Heroes stelt: “Alleen de pitbulls onder de de bijen overleven op den duur. De specialisten overleven niet, waardoor de biodiversiteit verder afneemt.” 

We zouden geen noten, fruit, groenten en chocolade kunnen eten of koffie kunnen drinken zonder bijen.

Nectar en stuifmeel, anders niks

Ze vervolgt door uit te leggen dat dit niet alleen een theoretisch probleem is, maar een probleem dat heel dichtbij komt. “De bij wisselt mannelijke en vrouwelijke bestanddelen van een bloem uit. Sommige bloemen zijn wind- of zelfbestuivend, maar anderen zijn echt afhankelijk van deze diertjes en lokken ze dus ook.” Zo worden 80% van de tomatensoorten bestoven door hommels en is 33% van alle voedselproducten volledig afhankelijk van bijen. We zouden geen noten, fruit, groenten en chocolade kunnen eten of koffie kunnen drinken zonder bijen. Mariken: “Hoe meer biodiversiteit, hoe hoger de kwaliteit. Hoe krachtiger en smaakvoller je eten.” Dat is de reden dat ze zo veel mogelijk terrein vrij wilt maken voor bijenbloemen. Exoten of inlandse bloemen, dat maakt haar niet veel uit. “Als ze maar veel nectar en stuifmeel produceren.”

De Aziatische hoornaar, of ‘Killer Hornet’, rukt op naar Nederland. Maarten: “Imkers houden elkaar op de hoogte, de eerste zijn al in België gespot.” Deze hoornaar is bijna twee keer zo groot als een normale wesp en is berucht om zijn moordlustige gedrag: hij is gek op honingbijen. Aziatische hoornaars kunnen wel vijftig honingbijen per dag verschalken. Dat doen ze door in groepjes een bijennest aan te vallen. De Killer Hornets omsingelen een nest en dringen naar binnen. Voor honingbijen is het bijna onmogelijk om zo’n aanval af te slaan. Maarten blijft er rustig onder: “Dan installeren we roosters waar ze wel in, maar niet meer uit kunnen…”

© Gilles San Martin

Een volk als vriend

Terug naar Utrecht, waar Maarten de bijen van de volle honingraten afveegt zonder ze boos te maken. “Deze gaan we slingeren, want een bij maakt veel te veel honing.” Naast honing kan Maarten ook was, pollen, koninginnegelei, brij en propolis oogsten. Intussen houdt hij alles goed in de gaten en mompelt hij zinnen als: “Dit volk lijkt onrustig, ik moet iets doen voordat ze gaan zwermen.” Bijenvolken zijn ongelofelijk complex en Maarten vertelt honderduit. De omgang met zo’n volk is fascinerend. “Ik moet er ook weer niet te lang over doen,” zegt Maarten “want anders worden ze onrustig.” De ene imker heeft een zachte hand, terwijl de andere een bijenvolk van 30.000 bijen aan zijn gezicht laat kleven. 

Wat kun je doen?
– De juiste bloemen planten op de juiste (schrale) grond in je tuin, op je balkon of op een strook langs de weg;
The Pollinators een BIJ-drage geven, zodat zij zaden kunnen uitdelen, bloembollen kunnen planten en actie kunnen voeren;
– Geen pesticiden en onkruidverdelgers gebruiken;
– Lid worden van de Bijenstichting;
– Echte honing kopen van een imker.

Paradox

Een bezoek aan een bijenstal en een gesprek met een bijenfanaat zorgen voor fascinatie en zorg. Telkens kom je terug op de schijnbare tegenstelling tussen economie (alle grond rendabel willen maken) en ecologie (ook voldoende gronden overhouden voor bijen). Tussen mens (die gemakkelijk in onwetendheid een soort kan uitroeien) en dier (die niet in staat is om de mens in ruimte terug te dringen). Gelukkig is het een schijnbare tegenstelling en liggen oplossingen voor het grijpen, we moeten het alleen nog (even) doen.

Jos Hummelen

Jos (30) studeerde interdisciplinaire sociale wetenschappen (ASW) en geografie in Utrecht. Woonachtig in Amsterdam geeft Jos aardrijkskunde, maar is nog verbonden met de studentenscéne. Studeren zelf is ook niet klaar. Zo volgt Jos masterclasses bij Verspers en online bij de Harvard University. “In Amsterdam bedachten ze het honderd jaar geleden al: groen is goed voor mensen.” Jos geniet er elke dag van dat dit nog steeds te merken is in onze hoofdstad. Naast passie voor mooie en groene steden en de innovatie die daar plaatsvindt, schrijft Jos opvallend veel over Afrika. Waarom? “Omdat het wel wat meer aandacht verdiend.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back To Top