skip to Main Content

Onze Vleesconsumptie versus De Toekomst

Onze Vleesconsumptie Versus De Toekomst

Geschreven door: Nathan Drost & Fleur van Dam

Is het ‘medium rare’ of ‘well done’?

Op 4 november 2016 is door de Verenigde Naties het Parijs-akkoord afgesloten met als doel de wereldwijde tempratuurstijging onder 2 graden Celsius te houden1. Wij, als Nederland, streven hiervoor samen met andere EU Lidstaten naar ‘klimaatneutraliteit’ in 2050. Dit is ook vastgelegd in de Europese Green Deal2. Dit betekent geen uitputting van – eindige – grondstoffen én geen netto-uitstoot van broeikasgassen. Met betrekking tot de broeikasgassen is afgesproken om over minder dan 7 jaar (in 2030) 55% uitstoot gereduceerd te hebben in vergelijking met 199034. Ten behoeve van de ‘Green Deal’ en het behalen van ‘klimaatneutraliteit’ heeft de Europese Commissie in oktober 2020 het achtste milieuprogramma bekend gemaakt met onder andere de doelstelling: de milieu- en klimaatdruk als gevolg van productie en consumptie verminderen5.

De belangrijke rol van vleesconsumptie met betrekking tot het bovenstaand doel wordt benadrukt door onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek6-9, onderzoek van de Nederlandse overheid10, en nieuwsartikelen11-12. Het verlagen van de vleesconsumptie draagt direct bij aan het aanpakken van meerdere milieuproblemen zoals klimaatverandering, verlies van biodiversiteit en vervuiling13.

Logisch, gezien het feit dat 12,6% van de gemiddelde uitstoot van een huishouden veroorzaakt wordt door consumptie van dierlijke producten14.Opvallend is bovendien dat Nederlanders in 2021, ten opzichte van 2020, gemiddeld niet minder vlees zijn gaan consumeren15. Dit komt hoofdzakelijk doordat de consument onderschat, niet weet, of niet wil weten wat de klimaatimpact van zijn vleesconsumptie is16-17. Als zij informatie raadplegen dan zijn dit vaak laagdrempelige blogs of opiniestukken, in plaats van complexe wetenschappelijke onderzoeken. Dit maakt het gemakkelijk om informatie die in strijd is met de eigen overtuigingen uit de weg te gaan en gehoor te geven aan het tegengeluid17-19.

Dit artikel bespreekt daarom het feitelijke verschil tussen de CO2-eq uitstoot en het watergebruik van vlees en vleesvervangers, met als doel om het daadwerkelijke verschil van de klimaatimpact ervan inzichtelijk te maken. Als uitgangspunt wordt hiervoor het onderzoek van Blonk Consultants gebruikt20. De resultaten uit dit onderzoek zijn vergelijkbaar met de database van het RIVM21, het onderzoek van de Consumentenbond22 en onderzoek naar de wereldwijde impact van Our World in Data23. Dit onderzoek onderscheidt zich echter door Nederlandse product specifieke resultaten. 

Blonk Consultant heeft het verschil inzichtelijk gemaakt door middel van een levenscyclusanalyse van specifieke vlees en vleesvervangers. Hierbij is de scope ‘cradle to grave’ aangehouden. Dit houdt in dat de gehele productieketen in de berekening van de uitstoot is meegenomen. Dit loopt van de teelt van de verschillende ingrediënten van een vleesvervanger of de benodigde voeding voor het dier, tot aan het consumeren en de uiteindelijke afvalverwerking. Gewasbeschermingsmiddelen, transport, koeling, primaire verpakking en de verliezen en benodigde energie bij het bereiden en snijden zijn hier ook in meegenomen20.  

In dit artikel is gefocust op de waterconsumptie en de uitstoot van broeikasgassen als gevolg van de productie van vlees (tabel 1). Zaken als gezondheidseffecten, grondgebruik en  dierwelzijn zijn buiten beschouwing gelaten. Onderscheid is gemaakt tussen vlees afkomstig van een kip, varken en koe. Omdat één koe ongeveer 150 keer zoveel weegt als een kip24, is één-op-één vergelijken niet redelijk. Daarom wordt gerekend in kilo’s eindproduct. Verder is aangenomen dat het rundvlees afkomstig is van een melkkoe. De klimaatimpact wordt daarom verdeeld over zowel het vlees als de melk die de koe oplevert. De impact van het vlees afkomstig van een koe die geen melk produceert heeft daardoor een hogere uitstoot: 60 kg CO2-eq per kilogram vlees23.

ToelichtingReden voor keuze
BroeikasgassenCO2-equivalenten (CO2-eq) per kg eindproduct. Eén kg CO2-equivalenten komt overeen met de milieu-impact van één kg CO2. CO2 is namelijk niet het enige gas wat schade aanricht, maar één overkoepelende rekenmaat (de CO2-equivalent) zorgt voor vereenvoudiging25.We streven naar klimaatneutraliteit in 2050 en 55% reductie in broeikasgassen in 2030 t.o.v. 1990 in1-4
Waterconsumptie‘Blue water consumption’, ofwel water dat kunstmatig beïnvloed is. Dit betreft water wat gebruikt kan worden voor consumptie en industrie.Regenwater en toxiciteitsimpact is niet meegenomen20.70% van het zoetwater wordt gebruikt voor landbouwactiviteiten26  terwijl 4 miljard mensen een watertekort kennen van minimaal 1 maand27.  Hoe meer de aarde opwarmt, hoe meer schaarste. Dit kan voorkomen worden door de opwarming van de aarde tegen te gaan/verminderen28.
Tabel 1. Gehanteerde indicatoren met toelichting

Wanneer wordt gekeken naar de uitstoot van broeikasgassen en naar watergebruik (figuren 1 & 2), valt het op dat dierlijk vlees (oranje) voortdurend hoger scoort dan vleesvervangers (groen). Op basis hiervan kan worden gesteld dat vleesvervangers minder broeikasgassen uitstoten en water gebruiken dan vlees. Opvallend is dat rundvlees ruimschoots de hoogste klimaatimpact heeft. De CO2-eq uitstoot van rundvleeshamburgers is ruim twee keer hoger dan van varkensworsten of kipstukjes én zelfs vijf tot zeven keer meer dan de vleesvervangers Tivall en Sofine. 

Het watergebruik leidt tot vergelijkbare inzichten. Voor de productie van rundvlees is vier tot vier-en-half keer meer water nodig dan voor kippenvlees of varkensvlees en ruim zeven-en-een-half keer zoveel als de vleesvervangende hamburgers.

Figuur 1.  Kilogram CO2-uitstoot (CO2-eq) per kilogram product, opgedeeld aan de hand van verschillende type vlees en vleesvervanger.

Figuur 2. Hoeveelheid liter waterconsumptie per kilogram product, opgedeeld aan de hand van verschillende type vlees en vleesvervanger.

Tabel:Omschrijving
SofineBoerenkoolburger
TivallVegetarische burger*
LidlVegetarische varkensworst Lidl**
Veg. SlagerVegetarische kipstukjes
AldiVegetarische kipstukjes Aldi Meat Free Days
Tabel 2. Vergeleken vleesvervangers.

*Tivall is overgenomen door Garden Goumet, waardes van de burger zijn nagenoeg identiek. **Lidl varkensworst is uit het assortiment gehaald.

Wanneer er wordt gekozen om rundvlees niet mee te nemen in de vergelijking, zijn er nog steeds significante verschillen te zien tussen het vlees en de vleesvervangers. De CO2-eq uitstoot van de Lidl vegaworst is de helft van de varkensworst. Daarnaast stoten de  vegetarische kipstukjes ruim drie keer minder CO2-eq uit, zowel ten opzichte van de varkensworst als de kipstukjes. 

Geconcludeerd kan worden dat vleesalternatieven, die geen dierlijke producten bevatten, duurzamer zijn dan vlees, wanneer wordt gekeken naar CO2-eq uitstoot en watergebruik. Aansluitend heeft rundvlees verreweg de grootste impact op het milieu heeft. 

Om als consument bij te dragen aan het Parijs-akkoord en de Green Deal kies je (vaker) voor een vleesvervanger en laat je het rundvlees (meer) links liggen. Als je eenmalig één rundvlees hamburger á 150 gram inruilt voor de vegetarische variant van Tivall, reduceer je je uitstoot met minstens 3 kg CO2-eq en wordt ongeveer 56 liter water bespaard. Dit staat gelijk aan ongeveer 25 kilometer autorijden29 en een douchebeurt van ruim 9 minuten30. Het is dus belangrijk om je te realiseren dat het verminderen van jouw vleesconsumptie de klimaatimpact kan verkleinen. 

Onze genormaliseerde vleesconsumptie is dus één van de wankele pilaren van onze toekomstige leefwereld. Wetende wat de kosten zijn van het stuk vlees van vanavond: is dit ‘well done’ of valt het rauw op je dak?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back To Top